Da Costa wordt de raadsman in De Clercqs godsdienstige moeilijkheden.
24.11.1821
‘....Ten allen tijde ben ik bereid U, vermag ik het, door mijnen raad te sterken. Wat betreft het vraagstuk omtrent het heilig Avondmaal, veel is hierover te zeggen. Ik voor mij adopteer daaromtrent volkomen het idéé van Bilderdijk, dat ik U wel mededeelen zal, doch hier te uitgebreid is om naar behooren ontwikkeld te worden. Voorloopig merke ik aan dat er een hooger mysterie in ligt, dan de Protestanten er in stellen, schoon niet datgeen, wat de Roomsche kerk aanneemt. - Een naauwe vereeniging in denkbeeld met Jezus Christus is in allen gevalle bij deze plechtigheid de hoofdzaak. Lees eens met aandacht het artikel van de Dordtsche Geloofsbelijdenis en den Gereformeerden Catechismus op dit punt.’