Waarde en innig geliefde dochter!
Recht lief en dierbaar aan mijn hart was mij de ontfangst van uw aangenaam schrijven van den 28sten ll. gelijk mij ook de ontmoeting uwer echtspruit zal zijn, waarop gij mij hoop geeft, en die ik met te inniger verlangen te gemoet zie, naarmate van het steeds toenemend verval van lichaam en geest; waaruit ik mij met geene herstelling of merkbare beterschap vleien durf, maar integendeel al steeds verdere verkwijning, zoo wel mentaal als physijk verbeiden moet. Doch des Allerhoogsten wil en bestier moet ons heilig en welkom zijn, en dit geve ons zijne genade! - Uwe lieve dochter nog voor het voleindigen van deze mijne moeijelijke levensreis te mogen zien, zal mij een genoegen zijn, waarmeê ik mij naauwlijks vleien durf. De Algoede, in wiens hand dit is, schenk het mij naar Zijnen genadigen wil en mijn wensch, en behoude U en de uwen in allen gewenschten welstand en levensgenietingen! Intusschen klimmen mijne jaren en ongemakken, en inzonderheid de zwakte van hoofd, al steeds hooger, en beloven niets beters voor het vervolg dezer lastige en hoe langer zoo verdrietiger levenswijze, die (trouwens) toch kennelijk naar het einde spoedt. Schrift en stijl dezes bewijzen U mijn steeds toenemend verval, doch mijn eigen gevoel geeft aan dit bewijs daaglijks nieuwe kracht. De Algoede spare U en de uwen naar Zijne goddelijke weldadigheid, en zij met U-allen! Ontfang met den hartelijksten vaderlijken zegen mijn innigen groet, en geloof mij steeds in den volsten en volkomensten nadruk des woords
Uwen hartgrondig beminnenden Vader,
BILDERDYK.
Haarlem., Dec. 1831.