Gedenkzuil voor W. Bilderdijk(1833)–Willem de Clercq– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 87] [p. 87] Gedichten. [pagina 89] [p. 89] Aan de nagedachtenis van Mr. Willem Bilderdijk. Hij is niet meer, de Nederlandsche Bard! Verdoofd de galm van zijne doorluchte klanken! Ontsnaard de lier! Gestold dat gloeijend hart, Onuitgeblaakt in echte dichtvuurspranken! De Wijsheid treurt. De Kennis gaat in rouw. De Spraak verstomt en ziet haar' priester vallen, Der eeuwen tolk, aan God en eed getrouw, Wiens hemelsch lied bij de Eng'len weêr moet schallen. Het logge stof, met zinlijkheid omkleed, Was vóór den tijd door hem teruggeworpen. De ziel, hier vreemd, wist, sterker dan haar leed, Uit aardsche ramp een hemelteug te slorpen. [pagina 90] [p. 90] Een hemelteug! ja; sfeeren-harmonij, Geen koel gezang van zaamgevlochten woorden, Dit was zijn taal, dit was zijn poëzij, Het vaderland van zijn gewijde akkoorden. Benijdt hem dan zijn pelgrims einde niet, Den grijzen Bard, voor 't geestenrijk geboren; Maar juicht hem na, waar hij de Waarheid ziet, En huldigt hem, als 't hoofd der dichtrenkoren! Van 's Gravenweert. 's Gravenhage, 23 December, 1831. Vorige Volgende