Toortsen(1909)–René de Clercq– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 46] [p. 46] XXIV. Op drabbigen bodem. Op drabbigen bodem wankt een paleis. De gevel is mooi, het dak naar den eisch, En fraai zijn de toppen der torens. Doch Beneden gebruikte de bouwheer bedrog: De grondvesten kunnen 't niet houden. Welhaast, Als water het beukt of een wervelwind blaast, Ontstelt het en stort als een poppenhuis Tot balken, splinters, en schoppen gruis. O broeders, die boven het zinkend puin Een bouw wilt verheffen van blijvend arduin, Wat baten uw zuilen, wat boog op boog, Wat koepels opbarmende hemelhoog, Als de laagste lagen, ondiep, onvast, Wegdaveren met hun pralenden last? Paleis noch tempel noch troon zal staan, Zoolang er daaronder van honger vergaan. Vorige Volgende