Meidoorn(1925)–René de Clercq– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 39] [p. 39] De vogel die naar 't Zuiden trekt De vogel die naar 't Zuiden trekt heeft mijn verlangst en lied gewekt naar schooner Scheld en torenstad. Daar strijdt mijn volk, daar woont mijn schat. Al wordt de winter kil en grauw, groen blijft mijn hoop en warm mijn trouw, of ook een koning mij verbant, ik houd mijn volk, ik zie mijn land. Ik zie mijn land, ik houd mijn volk, de sterke zon verdooft geen wolk, geen hemel liegt, geen zee bedriegt, alwaar des harten vogel vliegt. De vogel kweelt zijn eigen lied. Mijn zingend Vlaamsch vergeet ik niet, de schoone Scheld, de torenstad, mijn duurbaar volk, mijn lieve schat. Vorige Volgende