Gedichten
(1911)–René de Clercq– Auteursrecht onbekend
[pagina 205]
| |
[pagina 206]
| |
Het bierken, uit de ton ontsnapt,
in de kan getapt,
in de kan getapt,
het krijgt weer al andere luimen.
Ei, heft ze maar hoog,
en giet met een boog,
dat al de glazen schuimen!
Vlokkende,
lokkende,...
lustig dan!
Bier in de glazen, daar droom ik van!
Het bierken, in de glazen daar,
zoo perelklaar,
zoo perelklaar,
het staat er nog droevig te droomen.
Sa, vroolijke maats,
gij kent zijne plaats!
wel moge 't u bestroomen!
Spoelende,
koelende....
lustig dan!
Best is het bier in den leutigen man!
|
|