Gedichten(1911)–René de Clercq– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 147] [p. 147] Karmkindeke. Ons kindeke zit er te karmen, Dat lief-lief manneke; Ons kindeke zit er te karmen; Hoe zwijgt het niet? Zijn papke staat te verwarmen, In 't blauw-blauw panneke, Zijn papke staat te verwarmen; Dat krijgt het niet. Och, moederke, kun-je niet komen? Straks brandt zijn papken aan. Ach, moederke, kun-je niet komen? Je weet dat 't wacht. Uit 't stoelke wordt het genomen, En krijgt zijn lapken aan. Uit 't stoelke wordt het genomen, En eet dat 't lacht. Vorige Volgende