Gedichten(1911)–René de Clercq– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 126] [p. 126] Wederzien. Ik sprak haar zoolang en ik weende en ik loeg, Ze zei mij niet veel maar ze zei mij genoeg. Ik moest haar verhalen mijn schuld en mijn spijt. Mijn lijden, mijn wanhoop, mijn lastigen strijd. Ik sprak haar zoolang en nog langer ik wou, Van al wat ik wenschte en van al wat ik zou. En als ik haar weer om vergiffenis vroeg, Ze zei me niet veel maar ze zei mij genoeg. En weder hernam ik, en weder begon, En voelde niet dat ik niet eindigen kon. En weder hernam ik, en stamelde, en zei, Totdat ze op mijn mond haar klein handeken lei; Totdat er een traan in haar oogelijn hing, En 't woord me voor goed op de lippen verging. Dan zweeg ik en weende, dan zweeg ik en loeg, Ze zei mij niet veel maar ze zei mij genoeg. Vorige Volgende