Gedichten(1911)–René de Clercq– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 124] [p. 124] Hoort gij den eik? Hoort gij den eik, o bloote boomen? Hij ruischt daar, zwaar en zwart! Hij droomt zijn donkere droomen, De boom van mijn hart! Zijn stam is rond, zijn kruin nog ronder, Zijn schors is ruw en hard. Hij plooit noch boven noch onder, De boom van mijn hart! Waai stout, mijn eik, alover 't bloode, Uw hooge vreugd en smart, Gij levende onder de doode, Gij, boom van mijn hart! Het ruischt te nacht door mijne ziele, Wanneer gij zingt en sart. Val op mijn hoofd als ik kniele, O boom van mijn hart! Vorige Volgende