Gedichten
(1911)–René de Clercq– Auteursrecht onbekend
[pagina 31]
| |
[pagina 32]
| |
Tzit-tzit-tzit-dap-dapper
Dewingihee!
Tzit-tzit-tzit-rap-rapper
De heele ree!
Tzit-tzit-tzit, een ander!
Nog één, nog één!
Tzit-tzit-tzit, wie kan-der
De voeten scheên?
Tzit-tzit-tzit, 't gesnebber
Wordt dom en dol.
Tzit... halt! Ik heb er
Mijn ooren vol!
|
|