Gedichten
(1911)–René de Clercq– Auteursrecht onbekend
[pagina 20]
| |
[pagina 21]
| |
Het strekt hem en strijkt, en
Hoe dieper het duikt,
Hoe lomper het lijkt, en
Hoe dikker gebuikt.
Het stribbelt en strevelt,
En, eer ge 't ziet,
Daar kruipt het en krevelt
In 't roerende riet.
En maak maar gedruisch, en
Stamp maar een keer:
Het zit in zijn kluis en
En toont hem niet meer
|
|