Echo's(1900)–René de Clercq– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 27] [p. 27] Wilde Wingerd. Om 't lustprieel vol zonneschijn daar ligt mijn lieve wingerd, met al zijn armkes bloot en fijn gelijk een net geslingerd. Hoe blinken al die bladerkens, de geluwe en de roode! Hoe glansen al die aderkens, de stervende en de doode! Ze kwijnen in den zonnelach, ze trillen zonder treuren; en dragen op hun stervensdag hun levendigste kleuren. [pagina 28] [p. 28] Ze vallen, vallen, één voor één, ze vallen met zoo velen, en liggen over zand en steen een doodendans te spelen. Ei, ga niet verder, houd u stil, noch ruttel aan de ranke; laat sterven al dat sterven wil, en krenk ze niet, de kranke! Vorige Volgende