Echo's
(1900)–René de Clercq– Auteursrecht onbekend
[pagina 15]
| |
[pagina 16]
| |
Hoe vlug dat spel, en vurig!
Hoe dartlend ongedurig!
Het geurig gers
met mossig grauw
doorspikkeld,
waar vallend-versch
de dauw
op dikkelt,
hangt net en nersch
in licht en schauw
gewiegewikkeld.
De geele brem kijkt hooggekleurd,
op 't bloode
roode
bloemken af, dat kruipend
treurt,
en dat ge stuipend
slechts bespeurt.
Doch hoog en laag, en op en neder,
fladdert en fluit het weg en weder;
het schettert
kettert
al dooreen;
| |
[pagina 17]
| |
ze roepen
en snoepen,
ze piepen
en kriepen,
elkaar verguizend
in 't gemeen.
Ze zingen met duizend:
ik hoor er geen!
|
|