Echo's(1900)–René de Clercq– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 9] [p. 9] Rond de Weide. Een nevelige morgen! De gierige zonne zit benauwd als 't ware, en wit van waken, zien, en zorgen, in 't grijs geluchte, en houdt er al haar goud verborgen Hoe donker schijnt de meersch waar bloemen zonder geuren, bleekgeel, en blauw, en peersch in treuren. Beweegloos staat de koe in 't gras, en ziet niet hoe rond haar, de malle kippen [pagina 10] [p. 10] de wei doortrippen en 't groen aftippen; ze rekt, van 's morgens moe, den rooden hals, roept geeuwend schreeuwend: boe! en sluit haar muil traag toe!... Geen meesjen in den hagedoren; geen hemelleeuw'rik stijgt en laat zijn hooglied hooren; de morgen droomt en zwijgt; geen aarke nijgt in 't koren. - Ik hoor alleen, een hol tweevoudig roepen, vol en diep, als 't ware de klare zware stem, van een die lijdend zit ten gronde, die boet en bidt en klaagt in 't ronde!.. Koekoek! Koekoek! [pagina 11] [p. 11] Daar komt ginds boven de elzenhaag een lompe, donkerbruine vogel, laag, met plompe vleugelslagen, traag, heel traag, wegscherende over meersch en zompe!... De gierige zonne zit nog staag gehuld in grijze lompen! Vorige Volgende