Het Ryper Liedtboecxken, inhoudende veel schriftuyrlijcke liedekens by verscheyden autheuren gemaeckt
(1636)–Jacob Claesz– AuteursrechtvrijOp de vvijse: Van de Engelsche Fortuyn. Ofte:
| |
[pagina 183]
| |
Die Godts Liefde, niet in syn herte heeft,
Sy gaen verdwaelt, op kromme we-Ga naar margenoot+
ghen quaedt,
Buyten de Liefd', het alles niet be-Ga naar margenoot+
staet.
ACcordeert dan, och met de Liefd' versaemt
Verdrijft des wereldts Liefd' en eerGa naar margenoot+
vernaemt,
Blijft niet verblint, maer van binnen doch leert,
Waerom dat ghy d'ydelheydt so begheert.
O Bekendt doch hoe ghy vast tijdt aen tijdt
Zoeckt ryckdom, en u leven so verslijt,
Met proncken, prael, en Weereldts eere hooch,
Ooc kostelijc te teeren dat niet doog.Ga naar margenoot+
So ghy't nu al na uwen sin verkrijgt
Door draven, loopen, Iaghen, dat gy hijght,
So salder noch een ander comen aen,Ga naar margenoot+
En ghy moet ras de Doodt zijn onderdaen.
Daer leydt dan oock u proncken, pralen dwaes
V leckerny en al 't vermaeck eylaes,
V trots Lichaem moet zijn der wor-Ga naar margenoot+
men deel,
V eer, en heerlyckheydt verdwijntGa naar margenoot+
gheheel.
OCH bedenckt dit, hoe gantsch dat ghy zijt niet,
| |
[pagina 184]
| |
Ga naar margenoot+En alles watmen hier met oogen siet
Keert weer, keert weer, de Liefde doch aenvaet,
Ga naar margenoot+Die inder eewigheyt niet en vergaet
Ga naar margenoot+TE Recht verandert uwe sinnen blent,
Ga naar margenoot+Door diep ootmoedt, u tot het goede went,
So sal God wis, u syn secreten veel
In spreken fris, en geven liefdes streel.
VAN DE RYPlijcke Prins in 'sHemels pleyn
Sy u hier toe kracht en sterckheydt ghemeyn,
Die wil u heel mette Liefde doen aen,
Looft en danckt hem, van wien wy 't al ontfaen.
|
|