Het Ryper Liedtboecxken, inhoudende veel schriftuyrlijcke liedekens by verscheyden autheuren gemaeckt
(1636)–Jacob Claesz– AuteursrechtvrijOp de wijse: Alst begint.IN doodts gewelt lach ick seereGa naar margenoot+
gebonden,Ga naar margenoot+
So dat Satan my by na hadt verslonden,
| |
[pagina 136]
| |
Daerom dan siet, wil ick met vliet
Met hert ende met sinnen,
Ga naar margenoot+Soecken altydt, Christum verblyt
Om met hem komen binnen,
Ga naar margenoot+Ick arme Pelgerem, in't Nieuwe Ierusalem.
Ga naar margenoot+Want sonder zyne hulpe in desen
Ist alles niet also wy klaerlijck lesen,
Seer kranck en zwack, met sonden pack
Zijn wy te seer beladen,
Om gaen den padt // nae die schoon Stadt
Ende te komen binnen
Ga naar margenoot+Ick arme Pelgerem, in't Nieuwe Ierusalem.
Daerom o Heere wilt myn hulper wesen
Ende my hier bystant doen in desen
Ga naar margenoot+Want ick ben siet, ghelyck een riet
Onmachtich kleyn van krachten,
Om nu met vlijt, in desen tydt
Ga naar margenoot+De schoone Stadt te winnen
Ga naar margenoot+Ick arme Pelgerem, in't Nieuwe Ierusalem.
Ga naar margenoot+Want veel vyanden zijn hier nu bevonden
Die ons seer teghen zijn tot allen stonden,
Daerom o Heer doet ons bystant,
En maeckt ons vry ontbonden
Al door u hant seer tryumphant,
Op dat ick mach besoecken,
Ga naar margenoot+Ick arme Pelgerem, het Nieuwe Ierusalem.
Wilt my o Heere u genade geven
| |
[pagina 137]
| |
Dat ick mach vroegh en spade sonder sneven,
In die loop baen // seer recht voort gaen,Ga naar margenoot+
Ons voor ghestelt in desen,
Ende voortaen, seer wijs beraen
Prijs winnen uytgelesen,
Ick arme Pelgerem, In't NieuweGa naar margenoot+
Ierusalem.
Al zijnder veel vyanden op de bane
Die ons hier altyt seer wederstane,
Nochtans o Heer, door u gheweerGa naar margenoot+
Mogen wy overwinnen,Ga naar margenoot+
Staet ons by seer, meer ende meerGa naar margenoot+
Dat ick mach komen binnen,
Ick arme Pelgerem, in't NieuweGa naar margenoot+
Ierusalem.
Helpt ons o Heere door u genade,
Sterct ons altijt seere vroegh ende spade,
Seyndt ons u gheest, in dit foreestGa naar margenoot+
Tot een trooster in desen,
Dat ick mach komen onbevreest
By u in't Hemels wesen,
Ick arme Pelgerem, in't NieuweGa naar margenoot+
Ierusalem.
In't nieuwe Ierusalem seer schoone
Daer boven in des Hemels troone
Van fijne gout, seer wel geboutGa naar margenoot+
Seer lieffelijck van binnen,
De straten zijn, op dit termijn
Heer brengt my tot ghewinnen,
Ick arme Pelgerem, In't Nieuwe Ierusalem.
Daer altijt vreughde is boven matenGa naar margenoot+
Volkomen blyschap sonder af laten
| |
[pagina 138]
| |
Seere verblijt, en vol jolijt
Men daer by u sal wesen,
Ga naar margenoot+En singhen siet, het nieuwe Liet
Ga naar margenoot+By u o Godt ghepresen,
Al met vrolycken stem,
In't nieuw Ierusalem,
|
|