Het Ryper Liedtboecxken, inhoudende veel schriftuyrlijcke liedekens by verscheyden autheuren gemaeckt
(1636)–Jacob Claesz– AuteursrechtvrijOp de wijse: Vanden 12.Psalm. Doet ons bystandt, &c.DEN tyt is hier datmen sal scheyden moeten,
En niet langer sal mogen zijn by een,
Hoe wel 't ons valt pynlijck ende onsoeten,
So dat wy droevigh zijn, jae tot geween.
Wy moeten ons nochtans te vreden stellen,
En ons hier mede troosten allegaer,
Dat wy hier naer weer hopen te ver-Ga naar margenoot+
sellen
In 't Hemels Rijck in vreugden, met malkaer,
Wanneer wy daer vergadert sullen wesen,
Daermen gelyck gemeste kalveren blyGa naar margenoot+
Opspringen sal, van alle druck ghenesen,
Dan salmen zijn geheel van 't scheyden vry.
Laet ons altijt dit houden in gedachten,
| |
[pagina 18]
| |
Versuymen noch vergeten nimmermeer,
Ga naar margenoot+Dat wy met alder neerstigheyt betrachten
Om naemaels te vergad'ren by den Heer.
Ga naar margenoot+Daer wy altyts in vreugden sullen blyven
En met gheen scheyden immer zijn bezwaert,
Elck draghe sorgh dat hy in 't goet mach klijven,
Op dat hy daer hier nae me sy vergaert.
Soo wy hier na aldaer vergaren willen
Ga naar margenoot+En nimmermeer weer scheyden daer van daen,
Wy moeten hier 'tzijn fabulen noch brillen
Ga naar margenoot+Van werelt, sond, en boosheyt scheyden saen.
Wy moeten ons also tot aller uren
Ga naar margenoot+Bereyden, en so op ons hoede staen,
Als of ons leven niet sou langer duren
Ga naar margenoot+Als een uer tijdts die snellijck loopt voortaen.
Ga naar margenoot+Men moet altydt zijn lendenen
Ga naar margenoot+omgorden,
En 's Heeren komst altydt sien te ghemoet,
Niet achteloos noch oock verghetel worden,
Des tijdts, wanneer het scheyden wesen moet.
| |
[pagina 19]
| |
De Heer die nimmer scheydet vanGa naar margenoot+
den sijnenGa naar margenoot+
Sal ons dan van zijn schapen scheyden niet:
Wanneer hy inde Wolcken sal ver-Ga naar margenoot+
schijnen,
En van de goen, de quade scheyden siet.Ga naar margenoot+
Ghelyckerwijs de Herder vandeGa naar margenoot+
Schapen
De Bocken scheydt, en niet by een en laet,
Soo sal de Heer al zijn ghetrouweGa naar margenoot+
knapen,
Ooc scheyden van d'ontrouwe knech-Ga naar margenoot+
ten quaet.
Oorlof hier me myn vrienden jonck van jeughden
In deughden wilt toe-nemen alder-Ga naar margenoot+
meest,
Soo sal de Heer zijn eeuwigh Rijck en vreugden,
Gemeen maken u door zijn heyl'gen Geest
|
|