dan dat, Majesteit!’ antwoordde Mharameho. ‘Ik ken een struik, waarvan de vruchten uitstekend voor dit doel geschikt zijn.’
Het scheelde een haar, of Pinokkio had op de hem eigen manier een paar luchtsprongen gemaakt van louter vreugde; maar om zijn goeden naam van ernstig Keizer niet in de waagschaal te stellen, bepaalde hij er zich toe eens flink in zijn handen te wrijven.
‘En wanneer kan ik zoo prachtig geverfd worden?’
‘Vandaag al, als Uwe Majesteit mij veroorlooft een poosje heen te gaan,’ antwoordde Mharameho eerbiedig.
‘Ga maar!’ riep de marionet blij, ‘maar hoor eens, ik heb gedacht dat we, als we onder elkaar zijn, die titels maar moesten afschaffen. Voortdurend te moeten hooren: ‘Majesteit, Uwe Hoogheid, Keizerlijke Hoogheid’, verveelt me geweldig. Zeg maar gewoon Pinokkio tegen me, net zooals ik tegen u zeg: ‘mijn beste Mharameho,’ en bij deze woorden schudde hij hem stevig de hand.
Die arme jongen was door deze edelmoedigheid zóó diep getroffen, dat hij bijna flauw viel, maar hij vatte moed en kuste vol eerbied de punt van Zijner Majesteits neus en daarna verdween hij tusschen de struiken.
Den volgenden morgen werd over het geheele rijk een zeer belangrijk nieuwtje verspreid: Zijne Keizerlijke-Koninklijke Hoogheid was zwarter geworden dan de zwartste zijner onderdanen.
Vol vreugde wenschten de ministers deze blijde gebeurtenis te vieren met een groot gala-diner, en dien dag deed men tot aan het vallen van den avond niets dan eten, en daarna begon het bal.
Er werd gedanst voor den troon van den Keizer, die volgens een der oudste wetten, die nooit herroepen was, aan een bepaald soort van uitspanningen niet mocht deelnemen, daar die alleen voor de ministers en het volk waren. Maar ditmaal werd tegen deze eerbiedwaardige wet ernstig gezondigd, omdat Pinokkio, zich niet storend aan welke ceremonieele voorschriften ook en evenmin aan de Eerste Kamerheeren en Ceremoniemeesters