Zendstation(1949)–J.B. Charles– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 34] [p. 34] Voor het verdronken meisje Verdrinken dat is water ademhalen, verdrinken dat is met het hele lichaam drinken, met tong en longen. Voorhoofd, lymphkanalen, de open ogen, alles drinkt zich eindlijk zat. Verdrinken is behoedzaam naar beneden zinken, een dalend stofje in de zonlichtbaan gelijken en de fluwelen bodem nooit bereiken maar vlak daarboven blijven zweven; je haar wuift zachtjes op de onderstromen: daar vaart de veerboot over van half zeven, het uur waarop je thuis had moeten komen. Verdronken zijn is na drie dagen en drie nachten weer op te stijgen dank zij nijvre rottingsgassen: zij doen hun best het lichaam door het flesgroen licht omhoog te tillen tot ten laatste het gezicht de spiegel breekt; de zon streelt het meteen: ‘waar ben jij deze dagen toch geweest?’ Verdrinken is God in zijn huis begroeten terwijl het leven maar een moeitevol bestaan is. Verdronken zijn is binnen stenen mogen kijken en weten hoe het paard gemaakt is en de maanvis, is eindelijk weer durven te ontmoeten die men vernield heeft in dit leven. Verdrinken is vergeten worden en vergeven het is een oud, zeer heimwee overwinnen en het zolang gezochte einddoel vinden waar ook de afvaart was, op de oude warme kust. Verdrinken is een aangenaam ontbinden; dag lief dood meisje, glimlach maar gerust. Vorige Volgende