Het goede nest
Over het ‘bloed’ praten wij niet meer, dat laten wij aan nazi's over. Zoals ik al zei is nauwelijks vol te houden dat onze vorsten en vorstinnen van die atavus, die vervaarlijke voorvader afstammen, en in de tweede plaats staat vast, dat de atavus, hetzij hoogstpersoonlijk, hetzij via zijn nakomelingen, ruimschoots buiten de perken gezaaid heeft, zodat de kwestie van het bloed helemaal onzinnig geworden is.
Maar de armeniërs hebben als spreekwoord deze dialoog: ‘Hoe moet ik mijn kind opvoeden?’ - ‘Je moet beginnen honderd jaar voordat het geboren wordt.’ Dat betekent, dat een goede opvoeding niet alleen wortelt in de edukatie van de opvoeder, maar zelfs in die van de opvoeder van de opvoeder. In al zijn overdrijving zit er veel in. Wanneer iemand echter meent het als een argument voor een min of meer erfelijke klassering voor mensenkinderen te kunnen gebruiken, breidt hij de betekenis van deze waarheid zover uit, dat zij onwaar en fataal wordt. Al onze vorsten en vorstinnen zijn, wanneer men dat bloed nog even serieus wil nemen en maar ver genoeg in de genealogieën teruggaat, afstammelingen van mestrijders, ezeldrijvers, of beroepsrovers, van wie één afstammeling opeens een potentaat werd en die daarmee het begin van een dynastie vestigde. Een sociale mutant, waarvoor het armeense spreekwoord dus niet opging.
Als men, toegevende dat het ‘bloed’ geen deugde-