Voor kinderen van ezeldrijvers
(1965)–J.B. Charles–
[pagina 4]
| |
Aan Sem Dresden | |
[pagina 5]
| |
[Voor kinderen van ezeldrijvers]DeGa naar voetnoot* as waar onze nederlandse samenleving op loopt, lijkt in deze twee lagers te liggen: de demokratie en de monarchie. Laten wij proberen te zien hoe de verhoudingen zijn. Zij zijn niet helder. De informatie bijvoorbeeld die het hof over het toch al tamelijk ondoorzichtige sentiment van het volk ontvangt, is van een aard die de ondoorzichtigheid welhaast troebel maakt. Een voorbeeld biedt De Haagse Post, welke een persfotograaf aan het woord laat die ter gelegenheid van prins Bernhards gesprek met de hoofdredakteur van de Regionale Dagbladpers de foto's heeft mogen maken. ‘Hij stelt je op je gemak’. Waar is dat voor nodig? ‘Hij heeft gewoon van geboorte een bijzondere edukatie meegekregen, iets dat wij missen, als u begrijpt wat ik bedoel.’ | |
[pagina 6]
| |
Nu pleegt een mens, gewoon of ongewoon, van geboorte allerlei mee te krijgen, maar één ding begint echt pas na de geboorte, en dat is de edukatie. Of die in dit geval zo bijzonder geweest is, ‘iets dat wij missen’, kunnen maar weinig mensen beoordelen. De Reiter-ss, waar prins Bernhard volgens zijn Hatch-biografie zoveel plezier gehad heeft, héél bijzonder in de mogelijkst negatieve zin, maakt er in elk geval óók deel van uit. Ik loop iets vooruit op de gang van dit betoog wanneer ik nu al vaststel dat prins Bernhard geboren is zoals iedere straatmaker geboren wordt en dat, globaal, verscheidene miljoenen europeanen eenzelfde soort edukatie als hij genoten hebben. Toevallig, daardoor, of niettemin, is hij geworden een nogal gewone man, die zich in een buitengewone situatie zeer goed weet te handhaven. Dat is alles en het is niet eens weinig. |
|