37. Een portret.
In de krant: wie zit daar naast de belastingontduiker die tegelijk het brutaalste, het machtigste, leugenachtigste en vulgairste staatshoofd is van 1974, Richard Nixon? Onze eigen Hese Hufter. Nixon lacht, terwijl hij zijn hand op die van de Hufter legt. Hoe kijkt die nu? Het is even duidelijk als het moeilijk te omschrijven is. Hij heeft kennelijk net iets gezegd dat zijn machtige gastheer in de smaak is gevallen. Het is iets over iemand die hij nog een ergere klootzak - dit woord zal later uit het bandje geschrapt worden - zegt te vinden dan de baas zelf die men net genoemd heeft. Hij heeft De Gaulle misschien nog es weer nagedaan. De pre-si-dent lacht. De huf-ter kijkt trots: de pre-si-dent heeft om hem ge-lach-en.