munistiese jeugdbonden in 1922, waar die verklaart waar hij zijn zedelijkheid vandaan haalt. Die komt in elk geval niet uit de klassenvrije metafisika - als ik het wat vrij mag vertalen - die Lenin voor zwendel verklaart. Lenin leidt zijn zedelijkheid af van de belangen van de proletariese klassenstrijd. Dat is dan wat Strauss de Kampfansage van het Oosten aan het Westen noemt. Die Kampfansage is niet opgeheven, niet ingetrokken en daarom is er geen enkele etiese basis die beide partijen gemeen hebben. Daarom zal de strijd, ondanks enkele fasen van ontspanning zo nu en dan, voortgaan. Als er iemand is die heel goed weet dat de ‘russen’ reden hebben banger te zijn voor hem, dan hij voor de ‘russen’, dan is het de nskk-luitenant Strauss, die in de oorlog triomferend de beroofde, verkrachte en verbrande landen van de Sovjet-Unie tot aan Stalingrad is
doorgetrokken.
Nu zijn niet alle duitsers zo dom, Strauss zomaar te geloven. Hoe redt hij zich er tegenover hen uit? Op een manier die bijna even geniaal als vals is. Wanneer ik duitsers van het slag van Strauss over de ‘russen’ hoor, denk ik altijd aan de fabel van de vos en de eend. De vos pakte haar op haar nest en zij schreide: laat mij leven, zonder mij zullen mijn kuikens ook sterven! De vos antwoordde boos: brutaal mens, nog bang voor mij durven zijn ook, hè? en hij beet haar de kop af. Lees eens hoe Strauss de sovjetschrijver Rostovski, een half officiële spreker van het Kremlin, te lijf gaat. ‘Er beschwört den Schatten der Furcht herauf, die in den russischen Hinterköpfen sich einnistet, dass eines Tages sich die europäischen und asiatischen Feinde Russlands zusammentun könnten. Er betrachtet die Bundesrepublik und Rotchina als die zwei Aussenseiten der Weltpolitik und orakelt, dass es realistische Gründe für die Annahme gebe, Peking und Bonn hätten begonnen, sich gegenseitig anzuziehen, ein Vorgang, der nicht zufällig sei. Sosehr hier die Sorge vor einer unheiligen Allianz Pate der Warnung ist, sowenig in Wirklichkeit diese Vermutung durch Tatsachen bestärkt wird, so bezeichnend ist