Gedichten(1957)–J.B. Charles– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 84] [p. 84] De kat Kende God mijn poes uit het hoofd voordat hij besloot haar te scheppen? Indien ja, hoe dan wel, als de kleine zo kwetsbare anderhalf ons warm electrisch met spier gevuld bont, als de speelse kwaje meid met de poot om de stoelpoot de kattekop scheef daarachter, als de kleine hete heks, het sluipjagend monster, de slapende of zich uitrekkende kat die ontwaakt en mij ziet en gaat spinnen? Welk beeld ging dit tijgerminiatuur, dat God zag en hij zag het was goed, vooraf, hebt U nog een werktekening, God, van mijn kat of is zij een woord, zomaar een experiment? Vorige Volgende