17. Waar werd opreghter trou......
‘Wed. met groote zaak, niet in staat deze alleen te besturen, zoekt in kennis te komen met flink persoon, 40-50 jaar, liefst vakkundig in Glas- en Aardewerk, om na goedvinden te huwen. Brieven met portret, enz.’ - Adv. N.v.d.D.
De weduwe ontving een brief-met-portret, die haar aanstond, dacht aan Vondel's rei:
Ter weereld oyt gevonden?
Twee sielen, gloend aan een gesmeed
Of vast geschakelt en verbonden
Zoo sterck verbind de band
Van 't paer, door hand aan hand
Verknocht, om niet te scheyden,
Na datse jaeren lang gepaert
Een kuysch en vreedsaem leven leyden,
Smolt liefde siel met siel,
En hart met hart te gader.
De liefde is stercker dan de dood,
Geen liefde koomt Gods liefde nader,
Geen water bluscht dit vuur,
Ter weereld heeft ontsteecken.
Dit is het krachtighste ciment,
Dat harten bind, als muuren breecken
Van haer beminden tortel.
Sij jammert op de dorre ranck
Van eenen boom, verdrooght van wortel,
greep naar de pen, en antwoordde in ontroering:
Twee sielen, vastgelymt, geperst,
Als goed gerepareerde borden:
Zoo sterck verbind de band
Van 't paer, dat door de krant
Elckander heeft gevonden.
Na datse jaeren lang gespaert,
Bezuinigt hadden, waer ze konden,
Ick doe - ick ben niet sterck -
Ay! streef met mij te gader!
Mijn liefde, stercker dan de dood,
Maakt jou misschien nog eens tot vader!
Geen water bluscht dit vuur,
Ter weereld heeft ontsteecken.
En als j' ook goed vakkundig bent,
Dan blijf 'k je trou, als glazen breecken
Van haer beminden tortel.
Maar wij beminnen, wang aan wang
Te midden van schael, glas en bord el-
|
|