Ruize-rijmen(1922)– Charivarius– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende 10. Patrik zat in een der parken Op een bank in grooten nood, Jam'rend: ‘O, mijn éénig varken, Ach! me mooie big is dood!’ Een oud heertje hoorde 't leven, Keek hem medelijdend aan, Gaf hem geld, en vroeg nog even: ‘Waar is 't beest aan doodgegaan?’ ‘Ach,’ zei Pat, nog schor en heezig, Schoon zijn smarte was verzacht, ‘'t Varken werd zoo vet en vleezig, Da’ 'k het beest maar heb geslacht.’ Vorige Volgende