Ruize-rijmen(1922)– Charivarius– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende 7. Pracht-beweging. Een prachtvent heeft een prachtidee, hij heeft het zelf bedacht; Het is een prachtplan, en zijn prachtjas is gewoon de pracht. Zijn prachtkarakter houdt hem ver van elke slechte neiging; Hij doet niet aan de vrouwe- en niet aan de drankbeweiging. De vliegbeweiging laat hem koud, hij houdt niet van 't gesnor Daar boven in de lucht (gelijk gemeld) van den motor. En toen hem onderlaatst een auto op den weg voorbijging, Toen zeid' ie: ‘stik en barst, verroest! die stof- en stankbeweiging!’ [pagina 119] [p. 119] En zelf zoo'n ding te koopen is begrootelijk, dat gaat niet, Gelijk gezegd, het is te prijzig, 't kan niet, het besjtaat niet. Om reden hij geen centen heeft, en arm is, en arm blijft. Maar, dame, geeft u hem er een, dan dankt hij u beleifd, Voor en aleer hij erft - in die beweiging is hij niet - Moet hij beleifd verzoeken om wat werk, tot zijn verdriet. Ik ben niet groos, nee, en ik geef mijn eigen nooit geen airs, Maar dit gedicht, dat vin' 'k toch weer besjlisjt een ruizevers. Vorige Volgende