Ruize-rijmen(1922)– Charivarius– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 72] [p. 72] 30. We wonen in een houten huis. Gerijmd na het lezen van Prof. Kernkamp's ‘Hou zee!’ - Prof. Dr. Kernkamp. De Europeesche Oorlog. Uitg. Tjeenk Willink & Zoon, Haarlem. We wonen in een houten huis, en 't dak dat is van riet, De heele straat staat al in brand, alleen ons huis nog niet. Stel, er gebeurt een ‘ongeluk’: een schip geramd - gebomd, Dan kan het zijn, gebeurt het meer, dat eind'lijk d' oorlog komt. (1) Of - als een deel van zeekre vloot in onze waatren drijft, En niet wil gaan - dan weet de Heer waar onze vrede blijft! (2) Geval 1 drijft ons goede land in d' armen van vriend A, Dan volgen w' hem en doen hem enthousiast in alles na. Maar worden wij naar B gekwakt - dat is dan geval 2 - Dan fluks aan B ons hart verpand, dan dwepen we met B. In elk geval doen we dan mee met al 't gepoch, 't gescheld, En iedre A (of B) is ‘Hun’, en B (of A) een ‘Held’. 't Hangt alles van het toeval af, van één schot - van één schip, We rollen links of rechts, we zitten midden op de wip. Bij (2) wordt Raemaekers gespietst, de Telegraaf verbrand, Bij (1) treft generaal Prins dat treurig lot - en 't Vaderland. Gij andere bladen! weest bereid, en houdt je pen gereed, De oorlog dreigt van elken kant, en is er vóór je 't weet. Schrijft van ‘barbaarsch-heid’ en ‘kultuur’, artikelen, zin voor zin, Je laat maar open: ‘A’ of ‘B’ - dat vul je later in. Weest klaar! de straat staat al in brand, alleen ons huis nog niet, Maar denkt 'r om: 't is een houten huis, en 't dak dat is van riet... Vorige Volgende