| |
| |
| |
Mixed Pickle
‘Den dader werd de hoed van het hoofd geslagen en door de politie verwijderd.’
(O.H.C.)
‘Nou, zoo'n dop gap ik wel weer 's’, mompelde de dader, en verdween in de duisternis.
*
Ziehier nóg een merkwaardige praestatie van de politie:
‘Bijgestaan door de Tilburgsche politie werd ook daar de verdachte niet gevonden.’
(Hbl.)
*
‘Coupeuse d'une première Maison, pas hier gevestigd, beveelt zich aan tot het maken van elegante costumes.’
(Adv. Haagsche Ct.)
Wij dachten een oogenblik, dat het Hollandsch eerst bij ‘gevestigd’ begon: 'n naaister niet-van-gisteren.
*
De bladen bevatten dezer dagen onrustbarende berichten omtrent den melknood tengevolge van de aanhoudende droogte. Het blijkt dan toch waar te zijn, wat de melkboeren steeds ontkend hebben, dat er nauw verband bestaat tusschen den melkvoorraad en de beschikbare hoeveelheid water.
*
Wie voor zijn pantalons geen andere bestemming heeft dan het dragen, wordt onwillekeurig getroffen door ds. W. 's opmerking tot een verslaggever van de D. Ct.: ‘In vele gemeenten wordt de predikant geconditioneerd in zake het door de week dragen of gebruiken van een gestreepte pantalon’.
Phantastische verlangens.
‘Rinkel liep den geheelen wedstrijd naar zijn vorm te zoeken.’
(U.D.)
‘Gaarne had zij gezien dat niet alleen zij ter vergadering sprak of was, maar alle vrouwen.’
(U.D.)
*
Het werkt zoo verfrisschend weer eens van iets nieuws op het gebied van den socialen arbeid te lezen. Zie hier wat een strooibiljet van dr. S.F. Postma schrijft: ‘Dr. Postma wil niet alleen optreden voor de belangen van den welgestelde, maar trachten ook de nooden van den arbeidenden stand te bevorderen.’
*
| |
| |
‘De vergadering had plaats onder voorzitterschap van mej. dr. Mie Boissevain, te Amsterdam.’
(U.D.)
Niet te verwarren met haar zuster, Kee.
*
‘Frankrijk heeft te doen tegen een kleine helft van het Duitsche leger.’
(Stijn Streuvels, Dagboek)
Maar als Stijn nog eens goed natelt, zal hij merken, dat de andere helft niet belangrijk grooter is.
*
Men meldt uit Haarlem aan de Tel.:
‘Wegens plaatsruimte zal de koninklijke fabriek van spoor- en andere rijtuigen ‘Beynes’ alhier, naar een der omliggende gemeenten verplaatst worden.’
Meer plaatsruimte. Drukkerij Enschedé weg. Nog meer ruimte. Bavo-kerk weg, enz. Binnen een jaar: Haarlem een woestenij.
*
‘De jongeling vroeg den kluizenaar: Wat moet ik doen om beter te worden? De grijsaard antwoordde onmiddellijk niets.’
(N.v.d.D.)
Het moet je maar zoo onmiddellijk te binnen schieten.
*
De ruime borstzak.
‘Steeds droeg hij in zijn borstzak een geheelen bijbel. Oud- en Nieuw-Testament.’
(Dr. Kuyper)
De man, dien dr. Kuyper aldus looft, zal wel bijbelvaster zijn geweest dan de redacteur van de N.C. Deze vertaalt uit de English Review:
‘Was er thans een man van kracht en van genie in Den Haag, een man, sprekende met gezag en niet als de scribenten....’
Matth. VII. vers 29. b.v. stond hem niet met genoegzame helderheid voor oogen.
*
‘Achteraf herinneren de dochters van den heer H. zich, dat de laatste dagen het slot moeilijk overging.’
(Tel.)
Laat dit nu een les voor de dochters van den heer H. zijn, om zich in 't vervolg de dingen vooruit te herinneren.
*
‘On demande à Scheveningue une demoiselle française chez 4 enfants, dont trois aller en classe. Bonnes references.’
(Adv. N.C.)
Pa et Ma pouvoir alors aussi encore un peu profiter.
*
| |
| |
‘De heer Arnold de Vita verzoekt ons eens zinstorende fout te herstellen, welke in zijn ingezonden stuk over de typografenstaking is geslopen. Hij wordt daarin n.l. secretaris van den Bond van Drukkerijen genoemd, terwijl hij secretaris is van den ‘Bond van Boekdrukkers.’
(Tel.)
Wij behooren niet tot de vlugsten, maar dit hadden we toch al geraden.
*
Wij gelooven niet alles wat de Standaard beweert. Maar wel dit:
‘De Heere heeft nooit gezegd, er zijn te weinig wel te veel.’
‘Zij is uitstekend geschikt om de herinnering aan het grootsche feest levendig te houden, ook nadat de feestelijkheden zelve weder tot het verleden behooren.’
(O.H. Ct.)
Wij weten niet wie ‘zij’ is. Maar dat zij de ware is, dat staat bij ons vast.
*
Het bestuur van den Amst. Blindenbond vraagt giften, en belooft den gevers een royale behandeling: niemand behoeft nu o.i. achter te blijven:
‘Iedere gift, klein of groot zal in ons Maandblad worden verantwoord, en den gevers worden toegezonden.’
(Hbl.)
‘Stichtsche Rashondenclub. Voorgesteld als nieuw lid de Heer de Groot, Villa Veldzicht, Zeist.’
(Ned. Sport)
‘Toch eens een anderen naam voor de club bedenken,’ mompelde de Heer de Groot, toen hij 't las.
*
‘Maandag, 27 Februari had de uitreiking der diploma's aan de leerlingen van den 2-jaarlijkschen Cursus der Nederlandsche Heidemaatschappij.
Deze uitreiking geschiedde bij monde van den Voorzitter der Maatschappij.’
(Tijdschr. Heide Mij.)
Er wordt niet vermeld wie de toespraak overhandigd heeft.
*
‘Bij monde van den heer Sandberg werd hem een zilveren vischlepel in étui aangeboden.
(De Kampcourant)
Als het zóó is gegaan, zal de lepel toch wel uit de étui genomen zijn.
*
‘Immers, het Koninkrijk der Hemelen is als een zuurdeeg. Reeds bij zijn oprichting werd als
| |
| |
zijn doel uitgesproken: het Christendom eenvoudig en oprecht in de harten der Heidenen in te planten.’ (Circulaire van het Nederlandsch Zendingsgenootschap.)
Het was een goede maatregel dit reeds zeer vroeg uit te spreken. Men heeft eenigen tijd noodig om te gewennen aan de volstrekt niet voor de hand liggende gedachte, dat dit het doel van het koninkrijk of van het zuurdeeg is.
*
‘De cijfers over de afgeloopen week leden door den storm, welke toen in het Merendistrict woedde.’
(Fin. Wbl. v.d. Fondsenh.)
Gisteren echter, zoo meldt het weerbericht, scheen er een zacht zonnetje. Dat zal ze goed gedaan hebben.
*
‘Een zeer chic gekleed heer stak gisteren te Utrecht zijn hand in de jaszak van een boer, natuurlijk met het doel den inhoud zich toe te eigenen.’
(U.D.)
Dus niet omdat hij koude handen had, of - gelijk men zoo iets wel eens meer pleegt te doen - in gedachten.
*
Wat te doen met onze overtollige tramwagens?
‘Enkele personen vielen van de trams, waarvan een naar het Diaconessenhuis is gebracht.’
(U.D.)
*
- ‘Een honderdjarige. Heden hoopt de weduwe Hakke te Rotterdam, Lage Westzeedijk, haar honderdsten verjaardag te beleven.’
(U.D.)
Er is alle kans op.
*
‘Ik zag je oogen lichten en je lippen trillen. Reken dat ik goed zag zachte vriendin.’ (Marie Metz-Konings. Van een Vriendin).
De Vriendin: ‘Nou reken maar - van yes!’
*
‘Beklaagde vermoedde, en kon vermoeden, dat zij zich daar bevond.’
(N.R. Ct.)
Straks komt ‘pleiter’ aan het woord. Die ontkent natuurlijk. Zegt b.v.: ‘Beklaagde vermoedde wel, maar kon niet vermoeden, dat zij zich daar bevond.’
*
| |
| |
Climax
‘De heer IJzerman had verklaard de statuten, het huishoudelijk reglement en een warm voorstander van het concentratieprogram te zijn.’ (Applaus).
(Tel.)
*
Op het Vegetariërs-Congres te Utrecht zei de, volgens de N.R. Ct. de heer H.N. onder meer: ‘Het tat twam asi wordt door de meeste menschen niet verstaan,’ en wij moeten blozende erkennen, dat ook voor ons het tat-twam-asi-begrip niet volkomen helder is.
*
‘Elke goede oplosser van deze prijsvraag kan een muntbiljet van tien gulden bekomen.’
(Het Leven).
Hoe zagen die dingen er ook weer uit?
*
Neerlandia beveelt Hollandsche afkortingen aan voor kaartjes van afscheid, gelukwensch, en rouwbeklag. Het best geslaagd schijnt ons die voor rouwbeklag, m.o.r. (met opricht rouwbeklag), omdat deze letters tevens een toepasselijken term van ontstemming vormen. Wij stellen voor bij gelukwensch en afscheid, in plaats van Neerlandia's afkortingen, deze te gebruiken: l.o.l. (laat ons lachen) en d.á.à.g. (dit als afscheid; gendag!).
*
‘De Prinses was 4 October 1841 geboren en trad 11 Februari 1863 in het huwelijk; haar echtgenoot, die 18 December 1529 geboren was, is reeds 27 April 1797 overleden.’
(L.D.)
Ach, men had hem nog zoo gaarne wat behouden! Zoo is toch het huwelijk, dat op 11 Februari 1863 bepaald was, per slot niet door kunnen gaan.
*
‘Van elke 1000 stadbewoners genoten er einde 1911 37,7 op eenigerlei wijze blijvend onderstand.’
(N.C.)
Bij de 37 heeft het geholpen, maar de 7/10 stadbewoner mag nog wel wat hebben, dunkt ons.
*
Eenigen tijd geleden, zoo vermelden de bladen, werd bij den kapper B. te Beverwijk een plaat in beslag genomen, voorstellende ‘een vrouw, die een bad neemt in een tulle kleed’; de politie achtte deze voorstelling in strijd met de zedelijkheid. Wij veeleer met de zinde- | |
| |
lijkheid. Het is meer opgemerkt, dat ons volk deze wijze van baden prefereert boven die in water.
*
‘Ruwe wol zal eerst na December, bemerkte wol eerst na Januari vrij ingevoerd kunnen worden.’
(N.R. Ct.)
Gesmokkelde nu al.
*
‘Wie het perk op het Lucasbolwerk gaat zien,’ schrijft het U.D., ‘wil het hebben.’ Wij zijn benieuwd te hooren, wie het ten slotte gekregen heeft.
*
‘Ten slotte wordt hij weder verliefd op zijn vrouw, met wie hij jaren lang gescheiden heeft geleefd.’
(U.D.)
Charivarius heeft het huwelijk nooit aangedurfd. Maar als het niet-onbemiddelde meisje, dat hij nu op 't oog heeft, gescheiden met hem wil leven, waagt hij 't er op.
*
Millionairsverlangens.
‘Rockefeller, de petroleumkoning, heeft een maagkwaal en zou gaarne millioenen geven aan den geneesheer, die hem een andere zou verschaffen.’
(Middenstander)
*
Wie uit de Standaard voorleest, spreke op gedragen toon - vooral niet te vlug. Gevaarlijk is b.v. deze zin: ‘Veel meer dan ⅓ van wat ons volk per jaar vereet, komt uit onzen bodem niet.’
*
Sommige rechters zijn ons wat gemeenzaam met de getuige. B.v. deze:
‘De president, mr. Van Rees, gaf den oude een ernstige vermaning en merkte op, dat hij zijn verhaal niet geloofde en moest oppassen, wilde hij niet in de beklaagdenbank terecht komen.’
(Tel.)
*
‘De inbrekers,’ schrijft de Tel., ‘grepen de oude dame bij de keel, waarna een hunner haar een revolver voor het hoofd hield. Inmiddels brak de andere de kast open en haalde uit een trommeltje een bankbiljet van f 200. Hiermede nog niet tevreden, wees de dame hun hare papieren aan.’ - Sommige dames kun je 't nooit naar den zin maken.
*
| |
| |
‘Waarschuwing. B. en W. van Haarlem brengen ter kennis van ingezetenen, dat de zoogenaamde Japansche kuikentjes, welke veelal worden gebruikt bij versiering van suikerwerken, geprepareerd zijn met een hoeveelheid arsenicum aanzienlijk grooter dan noodig is om den dood te veroorzaken.’
(O.H.C.)
Robert (tot Bertram, die zijn bemiddelde tante een taart met een héél kuikentje wil sturen): ‘Verkwister! Zooveel is niet noodig. Lees dan toch wat B. en W. van Haarlem schrijven, lummel!’
*
Dr. Kuyper schrijft:
‘Hij schonk de school een gift van een kwart ton gouds, als in Amerikaanschen stijl.’
‘Amerikaansche stijl.... Amerikaansche stijl....’ waar hebben we die uitdrukking ook weer eens vroeger gehoord....?
*
De wonderen der dressuur
‘Een ingezetene gelukte het op één avond, met behulp van een hond, 22 ratten dood te schieten.’
(O.H. Ct.)
‘De Sjeik in de groote Omayademoskee te Damascus, nam Vrijdag, op straat, den tulband van zijn hoofd, en wierp dien op de steenen, uitroepende: ‘Trapt er op!’ Alle aanwezigen riepen: ‘God beware ons!’
(Reuter.)
Wat wij nu zouden willen weten, is, of er getrapt is of niet. Onze straatjongens zouden bij zoo'n gelegenheid waarschijnlijk iets dergelijks uitroepen, en dan trappen.
*
‘Er zal niemand zijn, die niet Het Christelijk Leven van prof. dr. P.D. Chantepie de la Saussaye als een hoogst belangrijk werk beschouwt.’
(N.R. Ct.)
Jawel. Wij, bijvoorbeeld. We hebben het niet gelezen.
*
Comfort in de gevangenis.
‘De gestraften slapen op stroo en zitten op water en brood,’ lezen wij in het U.D.
*
De burgemeester van Delft heeft aan de pers het volgende medegedeeld: ‘Dat hij de opvoering van De Spaansche Vlieg verboden heeft, omdat dit stuk
| |
| |
naar mijne meening aanstootelijk is voor de eerbaarheid. Het toezicht op het gehalte van de in de gemeente Delft vertoonde tooneelstukken (ook op de niet-vertoonde - Char.) is toevertrouwd aan een van de hoogere politie-ambtenaren, iemand met een gymnasiale opleiding. Te zamen met dezen ambtenaar heeft de burgemeester toen overwogen, of het niet mogelijk was, zekere passages er uit te lichten. Dat bleek echter onmogelijk zonder het geheel hopeloos te verminken’.
Wij laten hier het gesprek volgen, zooals dat, zijn wij wèl ingelicht, gevoerd is tusschen den burgemeester en den ambtenaar-met-gymnasiale-opleiding.
Z.E.A. Wel?
De a.m.g.o. Edelachtbare, De Spaansche Vlieg is aanstootelijk voor de eerbaarheid. Ziet u eens....
Z.E.A. Pardon, voor u verder gaat, u is toch bij geval niet van de H.B.S.?
De a.m.g.o. Edelachtbare!!!
Z.E.A. Neemt u me niet kwalijk. Ik was een oogenblik in de war. Ik zie, u is de aangewezen man.
De a.m.g.o. Dank u, E.A.B. Mijne brave ouders hebben mij indertijd juist een gymnasiale opleiding laten geven, omdat zij begrepen, dat ik dan later beter de taak zou kunnen vervullen, die zij toen reeds in het verschiet zagen, het beoordeelen van de al of niet aanstootelijkheid van tooneelstukken.
Z.E.A. Zeer juist gezien.
De a.m.g.o. Als u deze passages.... hm, u zult mij het voorlezen wel willen besparen.... leest u zelf maar eens, dan zal ik wel zoolang uit het raam kijken.... eens geschrapt wierden?
Z.A.B. (Na lezing. Zakdoek voor 't gezicht, òf om een blos, òf om zijn lachen te verbergen - dat is nog nooit uitgemaakt). Dat kan niet! Nee, dàt gaat niet, Dan zouden we het stuk verminken, dat zou doodz....
De a.m.g.o. Verstond ik u E.A.B. wèl? Verminken zei u?
Z.E.A. (thans weer geheel op streek): Ja, verminken. Neen, dan maar in 't geheel niet. (Goedig). Jammer, eigenlijk voor ze. De finantieele schade....
De klerk (Een blonde jonge man, met H.B.S.-opleiding, die het gesprek heeft zitten opschrijven, plotseling opkijkende, ietwat beschroomd, vanwege zijn opleiding): Pardon E.A.B. Heeft u wel eens gehoord van.... reclame?
*
Menschen met zwakke magen zullen wijs doen, met den stroom des tijds mee te gaan.
‘Wie niet met den stroom van den tijd meegaat, verzwelgt hem,’ zegt het N.v.d.D.
*
| |
| |
‘Van één, ten hoogste 1½ pond thee kan een dominee met vrouw en kinderen een geheel jaar ontbijten.’
(Hygieia)
Op Nieuwjaarsmorgen een versch kadetje met hun vieren - en dan weer met frisschen moed een jaar op het oude rantsoen aangevangen!
*
‘De monarch werd in den aanvang van het begin als oorlogzuchtig uitgekreten.’
(Tel.)
Maar dat is gelukkig anders geworden tegen het laatst van het midden van den aanvang van het begin van het slot van het einde.
*
Kievits-eieren.
‘Vanaf anno 1880 iederen dag zelf van zoekers opgehaald, concurreerende prijs, Texel.’
Smakelijk eten!
*
Streng recht.
‘Heden is aangehouden mej. M.A.S., verdacht van abortus’.
(N.R. Ct.)
‘De brievenbesteller werd ontslagen en had zich deswege voor de rechtbank te Maastricht te verantwoorden’
(U.D.)
*
‘Zwart satijn wordt schoon gemaakt door af te wrijven met een spons; dan tusschen doeken leggen, en aan den verkeerden kant strijken.’
(Bl. W.)
Wij voorzien quaesties tusschen mevrouw, en Jaantje die aan den goeden kant heeft gestreken, als mevrouw haar verwijt dat zij aan den verkeerden kant heeft gestreken, en Jaantje zegt: ‘dat mot ook,’ en mevrouw: ‘Neen, je hebt aan den goeden kant gestreken, dat is de verkeerde kant, je had aan den verkeerden kant moeten strijken, dan had je aan den goeden kant gestreken,’ en Jaantje: ‘Dat heb ik ook,’ en mevrouw: ‘Ja, juist, dat was de verkeerde kant,’ en Jaantje: ‘As de goeie kant de verkeerde was, dan zou ik an de verkeerde kant hebben gestreken, as ik an de goeie kant had gestreken,’ en mevrouw: ‘Je had aan den goeden verkeerden kant moeten strijken, en niet aan den verkeerden goeden kant,’ en meneer, die er bij zit, denkt aan den tijd, toen hij nog ongetrouwd was, en rust had.
*
Een steunpilaar der maatschappij.
‘De leider van het niet-bestaande laboratorium, Hoff’.
(Tel.)
*
| |
| |
‘De heer R. Eikendal, boschwachter van de Koninklijke Houtvesterij Hoog-Soeren, wien op verzoek eervol ontslag en pensioen werd op 1 Januari, op verzoek eervol ontslag en pensioen werd verleend, mocht thans de eere-Oranje ontvangen.’
(Ap. Ct.)
Wij vermoeden, dat hij het bericht zelf gesteld heeft - onmiddellijk na de tractatie.
*
G. Busken Huet beschrijft in de Groene het leven van Cd. Busken Huet op Sorgh-Vliet:
‘In den vroegen morgen werd iederen dag naar Haarlem gereden; teruggekomen voor het middagmaal, werd gewoonlijk, na een korte verpoozing, aan wat lectuur of causerie gewijd, wederom de tocht naar Haarlem ondernomen.’
Ons hart gaat uit naar het hongerige gezin, dat gerekend had op erwtensoep, en afgescheept werd met een vers van Tollens.
*
Het wordt den menschen, vooral hen die geen honden bezitten, op de gemeenteponten te Amsterdam niet gemakkelijk gemaakt. Het volgende is op alle ponten aangeplakt:
Men is verplicht honden vast ie houden.
*
‘Dat is niet waar’, besliste Karel. ‘Niet waar?’ verbaasde zich Lodewijk. ‘Neen!’ schudde Karel het hoofd. - ‘O, zoo’, knikte hij droog. ‘Ja, natuurlijk’, glimlachte Karel. - ‘Dat zie ik niet in’ schudde Em. het hoofd. - ‘Of’, bedacht hij zich. - ‘Maar’, hief ze haar vinger op. (Haspels, David en Jonathan)
‘Nou!’ klopte Charivarius zijn pijp uit. ‘Dat is een goeie vangst!’ stopte hij een nieuwe. ‘Daar zal-ie van lusten!’ kon hij zijn lucifers niet vinden. ‘Zie-zoo’, waren zij in zijn overjas.
(Slot volgt)
*
‘ 't Trefschot joeg
Zijn bloed de wangen uit, maar wangen in
Het bloed van andren.’
(Albert Verwey)
Een der andren (tot dokter): Dokter, kunt u me ook iets bloedzuiverende geven? Ik heb wangen in m'n bloed.
*
‘Net wat ik voorspeld heb, hoorde Christiaan zich denken.’
(Gids)
Als je Christiaan goed aankeek, kon je 't 'm, om zoo te zeggen, zien hooren denken.
|
|