Liederen van droom en daad(1918)–August van Cauwelaert– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 73] [p. 73] De Bloeiende Wonden [pagina 75] [p. 75] Opdracht Ik heb geen schooner dank gevonden, Geen rijker hulde voor uw voet, Dan de' armen bloei van de eigen wonden, Nog lauw van 't eigen droppend bloed; De gave van twee roode rozen Ter zinderende schouderplaat, En één die, broos maar uitverkozen, Ter borst alleen te bloeien staat. Nog voel ik spier en zenuw schrijnen, Waar 't lood door de ijle longen brak; Maria, stil en strem de pijnen Waar scherp de nijd'ge doren stak. Omhul me met uw lichtgenade En laat op donzen blarenvouw, In 't rijzend licht der dageraden, De zegen dalen van uw dauw, Opdat elk bloemehart de luchten Doorgeuren moge en elke wond, In needrig lied of zoet verzuchten, U love met zijn rozenmond. [pagina 76] [p. 76] Maria, neem in uw meedoogen Dees bloemen, voor U saamgereid. Opdat ze bloeien voor Uwe oogen Dees heele maand, u toegewijd 1 Mei 1916 Vorige Volgende