Het gheestelyck opeeltjen van Hardoysche roose-bladers
(1719)–Pieter Cauwe– AuteursrechtvrijPieter Cauwe, Het gheestelyck opeeltjen van Hardoysche roose-bladers. Jan Baptist Verhulst, St. Antonius 1719
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Gent, signatuur: BL. 7069
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Het gheestelyck opeeltjen van Hardoysche roose-bladers van Pieter Cauwe in een onbekende druk uit 1719. Het jaar van uitgave van de eerste druk is onbekend.
redactionele ingrepen
p. 29, 31, 51: in het origineel is een gedeelte van de tekst slecht leesbaar. De redactie heeft de tekst tussen vierkante haken aangevuld.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten.
[pagina 1]
Het gheestelyck opeeltjen van hardoysche roose-bladers
Door-menghelt met diversche reuck- en smaeck-ghevende Liedekens,
Om te vercieren ende vermaecken, door lieffelijcke Ghesanghen de Dienaers ende Dienaeressen van de Alder-heylighste Maghet Maria,
Door Pieter Cauwe, Landts-man van Hardoye in Vlaenderen.
Vermeerdert met eenighe Geestelijcke Liedekens.
Tot Brugghe,
By Jan Baptist Verhulst, woonende inde Breydel-straet in St. Antonius. 1719.