Sinne- en minnebeelden. Deel 2. Inleiding en commentaar
(1996)–Jacob Cats– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 56]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5 De bronnen en hun verwerkingBinnen de emblemen zijn er, zoals hierboven is aangegeven, talrijke citaten, verwijzingen en toespelingen. Maar ook aan de basis van de meeste embleemprenten liggen verschillende bronnen, die literair en picturaal van aard kunnen zijn.Ga naar eind1 Slechts enkele van deze vindplaatsen gaf Cats als zodanig aan, het merendeel verzweeg hij. De vraag is nu hoe de uitgebeelde en van betekenis voorziene dieren, objecten en handelingen zich tot het visuele en schriftelijke verleden verhouden, met welke bronnen Cats bij het maken van zijn emblemen heeft gewerkt (of kan hebben gewerkt) en hoe hij ze vervolgens heeft gehanteerd. In de eerste plaats bespreek ik in een aparte paragraaf Cats' gebruik van de bijbel, omdat die in het voorwoord en in alle emblemen een belangrijke plaats inneemt. Aan het eind van dit hoofdstuk komen enkele vormen van navolging en receptie ter sprake waarbij de emblemen uit de Sinne- en minnebeelden zelf als bron hebben gediend. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 De bijbelIn de voorrede stelt Cats dat het geven van zinnebeeldige uitleggingen oud en bijbels is en dat in de Schrift verschillende plaatsen zijn aan te wijzen waar één en hetzelfde beeld (zoals de leeuw, de zuurdesem, de dief en de slang) symbolisch ten goede en ten kwade worden uitgelegd. Met deze verwijzing zoekt hij steun voor zijn eigen drievoudige wijze van interpreteren, waarbij hij aan één uitbeelding soms zowel een negatieve als een positieve duiding geeft. Bovendien verwijst hij voor het feit dat hij allegoriseert aan de hand van alledaagse voorbeelden naar Christus, die in zijn gelijkenissen zulke herkenbare dingen als het mosterdzaadje en het kinderspel gebruikte. Alle emblemen in Cats' embleembundel zijn doortrokken van bijbelse noties: er wordt expliciet, maar zeker zo vaak impliciet, vele malen uit de bijbel geciteerd en op de meest uiteenlopende passages gezinspeeld.Ga naar eind2 Het grootste aantal aanhalingen komt uit Spreuken, het apocriefe bijbelboek Ecclesiasticus (Jezus Sirach), de psalmen en de brieven van Paulus.Ga naar eind3 Bijbelse verwijzingen vormen in Proteus ook het openings- en slotaccoord van de bundel: in het eerste embleem staat de goddelijke instelling van de liefde en het huwelijk centraal, en het laatste loopt uit in de hoop op de eeuwige verlossing. In 1562 was bij Gillis van der Erven te Emden de (tweede) Gereformeerde bijbel uitgekomen, waarvan drie jaar later een herdruk verscheen. Deze zogenaamde Deux-aesbijbel zou in de Noordelijke Nederlanden gezaghebbend zijn tot aan de invoering van de Statenbijbel. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 57]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voor de Nederlandse citaten en verwijzingen heeft Cats nagenoeg zonder uitzondering gebruik gemaakt van één van de vele uitgaven van de Deux-aesbijbel die tussen 1562 en 1618 (de verschijning van Silenus) waren uitgekomen.Ga naar eind4 Bij het overnemen veroorloofde hij zich enkele vrijheden: naamvalsuitgangen, spelling en verwijswoorden werden gemoderniseerd, bijbelverzen omgesmeed tot één kort motto, en zo nu en dan zette Cats een bijbelplaats op rijm of verving hij een enkel woord.Ga naar eind5 Bijna in alle gevallen zijn de door Cats gegeven Latijnse citaten overeenkomstig de formuleringen in de Vulgaat, de bijbelvertaling die grotendeels werd vervaardigd door Hieronymus.Ga naar eind6 Evenals bij de Nederlandse citaten het geval was, sloeg Cats in het Latijn zinsdelen over, brak hij verzen vroegtijdig af en gaf hij een enkele variatie op woord- en zins- niveau. Van echt afwijkende formuleringen is sprake bij de aanhaling uit Psalm 16:11, Satietas gaudiorum in conspectu Dei (Verzadiging der vreugde is voor het aangezicht van God), waar de Vulgaat: ‘Adimplebis me laetitia cum vultu tuo’ heeft, en bij de aanhaling uit Job 18:11, Circumquaque perturbant impium terrores, & disiiciunt eum ad pedes eius (De beroeringen verschrikken de goddeloze rondom en verstrooien hem op zijn voeten). Op deze plaats staat in de Vulgaat: ‘Undique terrebunt eum formidines, et involvent pedes eius.’ Cats zal zich voor deze beide bijbelplaatsen gebaseerd hebben op de formuleringen in de bijbelvertaling van Immanuel Tremellius en Franciscus Iunius, waarvan aan het begin van de zeventiende eeuw reeds vele drukken waren verschenen. Deze uitgave, die werd uitgebreid met commentaren van Theodorus Beza en Johannes Piscator, gold lange tijd als standaarduitgave voor de protestanten. In 1614 werd zij in het Nederlands vertaald. Zoals is af te leiden uit Matthaeus Polus (Matthew Poole), Synopsis criticorum aliorumque Sacrae Scripturae interpretum et commentatorum, kan Cats eveneens enkele van de overige woordvarianten aan Tremellius, Piscator of Montanus hebben ontleend.Ga naar eind7 Uit de Latijnse psalmcitaten in de Sinne- en minnebeelden is op te maken dat Cats een uitgave gebruikte die terugging op de Septuagint.Ga naar eind8 De Franse bijbelcitaten die Cats gaf zijn zonder uitzondering terug te vinden in La bible qui est toute la saincte escriture du vieil & du nouveau testament ... Imprimé pour Jacob Stoer. Genève 1610.Ga naar eind9 Wel werd slordig omgesprongen met de interpunctie, de accenten en de hoofdletters: de meeste koppeltekens en accenten worden genegeerd en hoofdletters willekeurig toegevoegd of weggelaten. Als het al te wijten is aan onzorgvuldigheid van de zetter, dan nog heeft Cats geen behoefte gevoeld de aanhalingen te corrigeren. Hetzelfde gold overigens voor de vele onnauwkeurige hoofdstuk- en versaanduidingen, in alle drie de talen. Van controle op dit punt is beslist geen sprake geweest. De bijbel ligt telkens aan de basis van een deel van de strekking van elk embleem en dit beperkt zich meestal tot de derde afdeling. Christelijke en kardinale deugden, en andere virtutes, zoals ootmoed, matigheid, | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 58]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aanvaarding van de dood en lijdzaamheid, behoren tot de vaste thema's. Besproken onderwerpen zijn de bekering, de genade, het gebed, de zonde, de afkeer van de wereld, de ingrepen van God en de listen van de duivel. Naast de bijbel wendt Cats de kerkvaders, vooral Augustinus, Ambrosius, Gregorius en Bernardus, en auteurs als Calvijn aan om de uitgedragen christelijke moraal te bevestigen of kracht bij te zetten. Soms fungeren hun inzichten als uitgangspunt of kern van de uitleg. Dat elk embleem begint met een amoureuze uitleg en uitmondt in een religieuze toepassing heeft onder andere tot gevolg dat op die laatste de nadruk komt te liggen: daar wordt naar toe gewerkt. Dit tweeënvijftig keer herhaald proces van betekenistoekenning weerspiegelt evenzovele keren de boodschap dat de mens de voorgestelde spirituele ontwikkeling (op de weg tot de eeuwige zaligheid) dient door te maken en zet uiteen hoe hij dat kan doen.Ga naar eind10 Doordat aan het godsdienstige stadium telkens een amoureuze en maatschappelijke duiding voorafgaat, zijn er nauwelijks schriftuurlijke of specifiek christelijke bronnen aan te wijzen voor de picturae. Alleen embleem i en embleem xlv, waarin een gelijkaardige gedachte wordt uitgewerkt, komen in dit verband in aanmerking. In het eerste embleem staat de doorgekapte aal die weer één wil worden, voor man en vrouw die samen één geheel vormen, conform Genesis 2:24, ‘en zij zullen tot één vlees zijn.’ Embleem xlv over de geënte boom als beeld voor een vader die zijn dochter moet laten gaan als ze rijp is om te trouwen, zou op Mattheus 19:5 of Efeziërs 5:31 terug kunnen gaan, eventueel in combinatie met een toespeling op Vergilius' Aeneis, xi. Andere voorbeelden waarbij de bijbel als vertrekpunt van het embleem kan hebben gediend, zijn niet aangetroffen. Twee van de vier hoekmedaillons, eveneens op embleemprent i, vormen de enige picturale uitzondering. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2 Emblematische en andere literaire bronnenHet is niet altijd even gemakkelijk uit te maken wat eigen vinding van Cats is. En als het gebruik van een bepaalde bron als vindplaats voor citaten, vergelijkingen of ideeën van meer algemene aard al waarschijnlijk is, zijn er in meerdere gevallen verschillende tussenbronnen mogelijk geweest. Dat hij aan sommige werken het ‘startpunt’ van het embleem als geheel heeft ontleend, hoeft echter niet betwijfeld te worden. Daarbij strekt het gebied van ontleningen zich uit over de Westeuropese literatuur, met een paar duidelijke favorieten.Ga naar eind11 Voordat op die buitenlandse voorbeelden wordt ingegaan, eerst enkele overwegingen met betrekking tot de Nederlandse emblematiek.Ga naar eind12 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2.1 De Nederlandse emblematiekEen aantal populaire opvattingen over de liefde, specifiek amoureuze motieven, evenals thema's in het opdrachtgedicht ‘Aende Zeeusche | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 59]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ionck-vrouwen’ vindt aansluiting bij eerdere emblemen en voorredes gericht tot de - vrouwelijke - jeugd, zoals in Daniel Heinsius' Quaeris quid sit amor? en Emblemata amatoria, Otto Vaenius' Amorum emblemata en Pieter Cornelisz Hoofts Emblemata amatoria. Toch zijn er maar weinig visuele overeenkomsten met deze Nederlandse, deels polyglottische, liefdesembleembundels en Cats stemt vooral met hen overeen in de veelvuldig toegepaste, ovidiaanse en petrarkistische thema's. Een uitzonderlijke annexatie van Heinsius is evenwel embleemprent xii waar twee van de prenten uit diens werk tot één nieuwe werden gecombineerd. Verder zijn er elementen op de eerste titelprent van Silenus (1618) die gezien kunnen worden als echo's van de titelprenten van deze drie voorgangers. Door op de embleemprenten onder andere Cupido een veel minder nadrukkelijke rol te laten spelen, wilde Cats evident meer ruimte vrijmaken voor de sociale en stichtelijke duidingen die op de amoureuze volgen.Ga naar eind13 Bij de parallellen met het emblematisch werk van Otto Vaenius, waaronder diens Amorum emblemata (1608) en Q. Horatii Flacci emblemata (1607), kan het gaan om visuele en thematische voorbeelden, om versregels of om een aantal citaten. In sommige gevallen is ontlening zeer waarschijnlijk.Ga naar eind14 Evenals bij Vaenius dienen ook bij Cats herhaaldelijk klassieke citaten als vertrekpunt van het embleem, soms dezelfde. Een goed voorbeeld is embleem (prent) vi, gebaseerd op Vergilius' Eclogae, x. Omwerkingen van minnebeelden in zinnebeelden van christelijke meditatie maakte Vaenius in zijn Amoris divini emblemata (1615), maar deze wijzigingen pakten anders uit dan de manier waarop bij Cats binnen hetzelfde embleem de derde toepassing tot stand komt. Ook de prenten werden immers door Vaenius verchristelijkt door Cupido om te zetten in de gestalte van de goddelijke liefde die om het hoofd een stralenkrans heeft.Ga naar eind15 Met Nederlandse moreel-didactische bundels zijn er eveneens enkele saillante overeenkomsten; zo nu en dan stemt Cats beeldend én duidend overeen met Roemer Visscher en hij heeft daarnaast kennis kunnen nemen van Visschers kernachtige definitie van het embleem, diens opvattingen over het doel van het genre evenals een verwijzing naar Paolo Giovio - alle in de korte voorrede tot de Sinnepoppen. Bovendien wijzen beide emblematici met nadruk op de vermakelijkheid van de prenten.Ga naar eind16 Van Dirck Pietersz Pers' Bellerophon, of lust tot wysheyd (1614) lijkt Cats nauwelijks gebruik te hebben gemaakt. Wel schrijft Pers een opdracht aan de ‘Nederlantsche Ionckheyd’ die zich, in plaats van zich met ‘dertle lust’ in te laten, op goddelijke zaken zal moeten richten, en hij is degene die het woord sinnebeeld in de Nederlandse taal introduceert. Vondels Den gulden winckel (1613), een verzameling emblematische exempla, is - evenals Bellerophon - een veel meer op antieke geschiedenissen georiënteerde bundel. Het gaat om onderwerpen die bij Cats maar zeer zijdelings voorkomen. Dat enkele prenten uit de Vorsteliicke warande der | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 60]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dieren (1617), een andere verzameling van Vondel, voor Cats (of Van de Venne) als voorbeeld hebben gediend is zeer wel mogelijk. Deze invloed kan echter ook via Eduard de Denes Warachtighe fabulen der dieren (1567) zijn gelopen, want de etsen uit deze laatste bundel werden opnieuw gebruikt voor die van Vondel.Ga naar eind17 Tot zover enkele verbanden met de Nederlandse embleemliteratuur. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2.2 De buitenlandse embleemproduktieUit de buitenlandse embleemproduktie van vóór 1618 dienen zich enkele bundels aan, waarvan het aannemelijk is dat Cats er bekend mee is geweest. De belangrijkste is de uitgebreide verzameling dier- en plantemblemen van Joachim Camerarius. De vier embleemboeken die hij maakte over viervoeters, over insecten, over vogels en over bomen en planten zijn bij herhaling gebruikt.Ga naar eind18 Twee keer citeert Cats uit het Emblematum liber van Andrea Alciato, maar afgezien van de variant op de muis die wordt gevangen door de oester (in embleem xxv) is de bundel niet door hem benut. Het is niet zeker of Cats genoeg Italiaans kende om ongehinderd aan zijn voorgangers uit Italië te ontlenen. De imprese-verzamelingen van Scipione Bargagli en Giulio Cesare Capaccio kunnen voor raadpleging in aanmerking zijn gekomen, evenals Cesare Ripa's Iconologia (1593). De Nederlandse vertaling van Pers verscheen pas in 1644 en de ‘Ripa moralisé’ door J. Baudoin dateert van 1636.Ga naar eind19 In de Emblemas morales van Sebastián de Covarrubias Orozco uit 1610 staat niet alleen (onder hetzelfde motto ‘Meliora latent’, dat Cats onder de apothekerspot op de eerste titelprent uit 1618 heeft gezet en dat hij in verband brengt met de titel Silenus Alcibiadis) een pictura waarop de door Alcibiades genoemde silenenbeeldjes zijn voorgesteld, maar komt bovendien een embleem voor dat thematisch aansluit bij Cats' tweede embleem.Ga naar eind20 Directer verband tussen het oorspronkelijke ontwerp van deze tweede prent (in 1618) bestaat er evenwel met een embleem in Juan Francesco de Villava, Empresas espirituales y morales. Dit werk bevat tevens een embleem waarop ook de liefkozende moederaap en haar jong voorkomt (nr. iv). Andere Spaanse voorgangers die een rol kunnen hebben gespeeld bij de totstandkoming van enkele emblemen zijn Juan Horozco y Covarrubias en Juan de Boria.Ga naar eind21 Vanuit Frankrijk is er invloed uitgegaan van het werk van Barthélemey Aneau, Gilles Corrozet, Pierre Coustau, Dionysius Lebeus-Batillius en Guillaume de la Perrière.Ga naar eind22 Afgezien van Camerarius leveren vergelijkingen met Duitsland weinig op: wel kan Cats voor het nieuwe openingsembleem in Proteus hebben teruggegrepen op een van de voorstellingen in Daniel Meisners emblematische verzameling met stadsgezichten; en embleemprent xlv vormt een mogelijke variatie op een van de | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 61]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
picturae in Nicolaus Taurellus' Emblemata physico-ethica. Parallellen met Engelse embleembundels zijn niet teruggevonden. Naast echo's van embleemprenten en duidingen daarvan zijn er zo nu en dan iconografische overeenkomsten met de glas-, prent-, schilder- en tapijtkunst, of met boekillustraties.Ga naar eind23 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2.3 OntleningMeer dan eens zal men twijfelen: is er nu sprake van een visualisering van een tekstplaats, van een navolging van een bestaande iconografie of van een combinatie van beide. Wanneer er, zoals bij Camerarius verscheidene parallellen zijn aan te wijzen, ligt ontlening via zo'n tussenbron voor de hand, ook al noemt Cats die nergens. En doordat Camerarius ook naar de teksten verwees waarop het embleem gebaseerd was, hoefde Cats niet nog eens zelf op zoek naar de oorspronkelijke bronnen. Slechts zeven keer geeft Cats voetnoten als: ‘Volgens Plinius ...’, ‘Bij Martialis lezen we ...’ en ‘Cardanus vermeldt ...’, waarna de verwijzing naar de betreffende plaats volgt. In deze gevallen gaat het telkens om het vertrek- of startpunt van het embleem.Ga naar eind24 Al bladerend en lezend in primaire literatuur en compilatiewerken heeft hij ook aanzetten voor het merendeel van de overige emblemen kunnen vinden. In die zin maakt de stofvinding voor het embleem geen wezenlijk verschil met de werkwijze die hij hanteert bij het zoeken naar toepasselijke citaten: in het eerste geval wordt een citaat gevisualiseerd en ontstaat zo de kern van het emblematisch proces. Klassieke citaten liggen aan de basis van onder meer de emblemen over Pan (Plutarchus); het vallend fruit (Cicero en Epictetus); de brandende kaarsen (Plutarchus); het masker (Martialis, Juvenalis en Seneca); de schrokkerige hond (Seneca) en de dansende apen (Aesopus of Lucianus).Ga naar eind25 Werken van Erasmus die Cats later vaak met nadruk zal gebruiken, maar die hem ook al eerder beïnvloed hebben, zijn onder andere Adagiorum chiliades, Apophthegmata, De civilitate morum puerilium, de samenspraak ‘Lusus puerilis’ uit de Colloquia en de Institutio christiani matrimonii.Ga naar eind26 Uit de Institutio citeerde Cats in Houwelyck: ‘Als iemand misprijzend doet over zinnebeeldige voorstellingen, wijs hem dan op de heilige Ambrosius, die uit alle zaken in de wereld een praktische les weet te trekken.’Ga naar eind27 Sommige anekdotes en wederwaardigheden, exempla (voorbeeldige daden en eigenschappen van historische figuren) en voorvallen uit de klassieke en laat-klassieke literatuur, evenals snedige uitspraken van beroemde lieden uit het verleden, ontleent Cats aan Diogenes Laertius, Plutarchus en Valerius Maximus. Hetzij uit de eerste hand, dus uit Laertius' De vitis philosophorum, Plutarchus' Vitae en Moralia, Valerius Maximus' Factorum et dictorum memorabilium libri novem of de Gesta romanorum, hetzij via tussenbronnen als Langius (zie paragraaf 2.4), Erasmus, Drusius en Lycosthenes.Ga naar eind28 Verder worden bij Cats in het oog springende | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 62]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
parallellen aangetroffen met anekdotes in de Apophthegmata Christiana, ofte ghedenck-weerdighe, leersaeme, ende aerdighe spreucken van de predikant Willem Baudartius (1565-1640). Dit laatste werk verscheen voor het eerst in 1605 te Deventer en heruitgaven volgden in 1616 en 1632.Ga naar eind29 Het is bekend dat naast Vaenius en Lipsius ook Cats de Essais van Montaigne bewonderde en er zijn redelijk wat thematische en stilistische overeenkomsten tussen Cats' prozacommentaren en de Essais waarin zo vaak wordt gesproken over het menselijk handelen en de menselijke onwetendheid. Montaigne geeft zich echter veel meer over aan zelfbeschouwing, hij is moderner, relativerender en veel ik-gerichter dan Cats. Toch schuift ook Cats zich zo nu en dan tussen de regels, zoals in ‘Yeder oordeele van sich selven, wat my belangt, ick derf seggen [...]’, en: ‘Als ick somwylen, met innighe ghedachten de menschelijcke dinghen in my selven overweghe, so en kan ick niet laten droevich, ja gram te werden, over de slofficheydt, jae dwaesheyt, onser gheneghentheden.’Ga naar eind30 Hoewel Cats maar drie keer expliciet naar de Essais verwijst, heeft hij meerdere citaten en verwijzingen aan deze verhandelingen ontleend. Slechts een hoogst enkele keer kan een spreekwoord als creatief vertrekpunt van een embleem worden beschouwd. In zijn Spiegel van den ouden ende nieuwen tijdt (1632) zal Cats soms met nadruk zelf het startpunt van een embleem noemen als dat op een spreekwoord teruggaat, inclusief de bronnen.Ga naar eind31 Bepaalde motto's, spreuken en citaten uit Proteus blijft hij (her)gebruiken in zijn latere werk en hij herneemt heel wat thema's en auteurs.Ga naar eind32 Voor de Spiegel leverden eigentijdse verzamelbundels eveneens veel en ten dele met de Sinne- en minnebeelden vergelijkbaar materiaal. Cats raadpleegde daarvoor onder meer de Axiomata oeconomica en de Axiomata historia eaque politica (uitgaven in 1599-1600, 1604 en 1614) van Gregorius Richter, de Epistulae en Politicorum, sive civilis doctrinae libri sex van Lipsius, Erasmus' Adagia en werken van Cypraeus, Camerarius en Ronsard. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2.4 Loci communes en compilatiewerkenIn een brief van 10 juni 1804 schrijft de eenentwintigjarige Stendhal aan zijn zus Pauline Beyle: ‘Hier volgt een werkje dat allernuttigst is en ik raad je aan om er de 26ste van de Weidemaand mee te beginnen; je maakt een lijstje van de deugden en de ondeugden etc., zoals:
Je schrijft elk van deze eigenschappen boven aan een groot kwarto-vel en daaronder zet je afgekort in ten hoogste twee regels het voorbeeld uit de geschiedenis, waarbij je de plaats citeert waar je het gelezen hebt. Daarvoor kun je de Romeinse geschiedenis van | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 63]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rollin doornemen, welk boek uit twee delen bestaat: vertalingen van de oude schrijvers, die voortreffelijk zijn; en wat hij er zelf aan toevoegt, dat zeer slecht is. Het eigen vindsel beslaat ongeveer twee derde; dat sla je over, en je doet je voordeel met de rest. Na de voorbeelden uit de geschiedenis zet je poëtische uitwerkingen die mooi zijn, bijvoorbeeld: Het advies dat Stendhal zijn zus hier geeft (zij is dan 18 jaar), staat in een lange pedagogische traditie. Al binnen het zestiende-eeuwse onderwijs werden leerlingen namelijk, in navolging van een ideaal verwoord door Aristoteles, aangespoord zogenaamde loci communes-schriften aan te leggen. Dit excerperen van historische en literaire werken op van te voren bepaalde - ethische - thema's mondde uit in omvangrijke verzamelingen met gemeenplaatsen. Deze Florilegia, ofwel bloemrijke verzamelingen, kregen al spoedig de functie van bron die kon worden geraadpleegd ter opluistering en ondersteuning van een preek, een toespraak of een verhandeling. Duizenden citaten uit de bijbel, de kerkvaders, de filosofische schrijvers, de klassieke en contemporaine historici en dichters werden geordend op onderwerp en gegroepeerd in talrijke lemma's als ‘Amicitia’, ‘Amor’, ‘Calumnia’, ‘Fortitudo’, ‘Matrimonium’, ‘Timor dei’, en ‘Uxor’ (Vriendschap, Liefde, Laster, Kracht, Huwelijk, Godsvrucht, en Vrouw).Ga naar eind34 Cats heeft voor zijn embleembundel, die overloopt van de citaten, ook dit soort compilatiewerken benut bij het zoeken naar toepasselijke aanhalingen. Dit betekent dat hij vaak niet uit de eerste hand citeert. Zijn belangrijkste tussenbron is de omvangrijke citatenbloemlezing Polyanthea nova van de Elzasser Josephus Langius geweest.Ga naar eind35 Fouten en onzorgvuldigheden in de verwijzingen - het citaat zelf of de herkomst - kunnen meer dan eens worden toegeschreven aan het feit dat Cats met Langius' werk opengeslagen op zijn schrijftafel heeft gewerkt. Zo zijn er enkele ‘verschrijvingen’ of zelfs verhaspelingen waarbij hij blijkbaar de originele bron niet (her)kende.Ga naar eind36 Natuurlijk hoeft hij bepaalde citaten niet uit de verzameling van Langius gehaald te hebben, maar wanneer binnen eenzelfde lemma meerdere citaten terugkomen (er zijn nogal wat clusters van vier tot zes aan te wijzen, soms zelfs met overeenkomstige afwijkingen), ligt een ontlening voor de hand. In de editie van Langius' | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 64]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Polyanthea uit 1613 zijn inmiddels, na een tamelijk intensieve zoektocht, ruim tweehonderd aanhalingen teruggevonden; in de commentaar bij de betreffende citaten staan deze gevallen aangegeven. Het lemma ‘Amor Cupidineus, seu Venereus’ spant met vierentwintig waarschijnlijke ontleningen de kroon.Ga naar eind37 Bovendien heeft Cats behoorlijk wat citaten uit Langius verknipt of opgesplitst en ze vervolgens over verschillende emblemen verspreid.Ga naar eind38 Deze manier van werken was geenszins ongewoon. Ook Huygens was voor zijn Kostelick mal schatplichtig aan Langius' Florilegium magnum, sive Polyanthea: tenminste achtentachtig aanhalingen zijn hierop terug te voeren.Ga naar eind39 En zoals Cats Langius' Polyanthea intensief raadpleegde, zo vormde Johannes Gruterus' Florilegium ethico-politicum (Frankfurt 1610-1612) een belangrijke vindplaats voor De Brune bij het samenstellen van zijn Nieuwe wyn in oude le'er-zacken (Middelburg 1636) en Bancket-werck van goede gedachten (Middelburg 1657).Ga naar eind40 Wellicht heeft dit werk van Gruterus ook voor Cats als tussenbron gediend; in de Sinne- en minnebeelden is er in ieder geval één keer uit geciteerd. Niet zelden worden citaten voor de gelegenheid wat aangepast. Inzichtgevend zijn in dit verband enkele passages waarin Montaigne schreef over de manier waarop hij met zijn bronnen en tussenbronnen omging. Het doet denken aan het zeventiende-eeuwse werkwoord rapen: ‘Doe ik bij het samenstellen van het grootste deel van dit boek niet hetzelfde? Ik ga er op uit en scharrel hier en daar uit de boeken de zinnen bij elkaar die me bevallen [...]. Toch weet ik maar al te goed hoe dapper ik zelf iedere keer mijn best doe om de door mij gestolen passages te evenaren en er als gelijke naast te gaan, niet zonder de vermetele hoop dat het mij zal lukken het oog van de critici die ze eruit willen pikken te misleiden [...]. Zoals men ook over mij kan zeggen dat ik niet meer gedaan heb dan een ruiker maken van andermans bloemen en dat ik daar van mijzelf niets anders aan heb toegevoegd dan het touw om deze samen te binden [...]. Ook ik heb heel wat passages uit andere bronnen dan de oorspronkelijke overgenomen. Aangezien ik op de plaats waar ik schrijf zo'n duizend boeken om me heen heb staan, zou ik als ik wilde zonder moeite en kennis van zaken op dit moment uit een dozijn van die compilateurs, die ik overigens zelden doorblader, voldoende kunnen citeren [...]. Bij zo vele citaten ben ik blij af en toe één te kunnen verbergen, die ik namelijk maskeer door het een andere functie en daartoe een andere vorm te geven.’Ga naar eind41 Opvallend is wel dat Montaigne hier (naar waarheid?) opmerkt compilateurs slechts zelden te raadplegen. Dat zou Cats beslist niet kunnen beweren. Er zijn naast Langius nog andere tussenbronnen aan te wijzen. Cats heeft bijvoorbeeld verschillende citaten ontleend aan de verzameling aanhalingen die Lipsius in zijn Politicorum, sive civilis doctrinae libri sex heeft samengebracht. Men kan zien hoe hij hieruit één plaats citeert en dan op dezelfde pagina nog wat extra citaten meeneemt of gaat bladeren | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 65]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en vervolgens in die omcirkelende bewegingen in het voorbijgaan enkele andere toepasselijke aanhalingen inpast.Ga naar eind42 En zo heeft hij niet alleen uit omliggende hoofdstukken of paragrafen verwijzingen opgepikt uit Lipsius, maar ook uit Paulus Cypraeus' De connubiorum iure (‘De sponsalibus’), Annaeus Roberts Rerum iudicatarum libri iiii en Henning Arnisaeus' De iure connubiorum.Ga naar eind43 Op een vergelijkbare manier las hij bovendien de Institutio christianae religionis (1536) van Johannes Calvijn en Juan Luis Vives' De officio mariti.Ga naar eind44 Bij dit alles heeft hij geen behoefte gehad citaten die hij via een tussenbron aanhaalde op hun nauwkeurigheid na te lezen. Vandaar dat een verhaspelde naam kon blijven staan en onjuist toeschreven citaten nooit zijn rechtgezet. In ieder geval vier van de zeven juridische citaten die worden gegeven - ze gaan bijna alle terug op de Digesta en het Corpus iuris civilis - komen ook voor in de verzameling Sententiae sive loci communes utriusque iuris (Köln 1568). Deze bundeling zou daarom wel eens als tussenbron kunnen zijn gebruikt.Ga naar eind45 Zoals eerder is opgemerkt, wordt Montaigne in Silenus slechts drie keer genoemd, maar zijn werk is zeker veel vaker ter hand genomen. Twee keer citeerde Cats uit Essais, iii, v, en één keer - mogelijk indirect - uit i, xx. Wanneer men er ook Maechden-plicht uit 1618 bij betrekt, dan blijkt hij uit datzelfde boek iii, hoofdstuk 5 nog vijf keer te hebben geciteerd. Dit ene hoofdstuk, getiteld ‘Sur des vers de Virgile’, waar vrijmoedig over de liefde en het huwelijk wordt geschreven, is zorgvuldig door hem gelezen.Ga naar eind46 Kortom, tekstplaatsen kunnen via de oorspronkelijke bronnen, via de emblematische bronnen of via uiteenlopende tussenbronnen door Cats zijn verzameld. In de meeste gevallen zijn de uitgebeelde scènes niet afkomstig uit het dagelijks leven, maar gaat het om literaire uitgangspunten die ook bijna altijd zijn aan te wijzen. Natuurlijk kan het beeld nog steeds als een alledaags tafereel werken: in die herkenbare aanschouwelijkheid (aangepast aan de leefwereld van de beoogde lezers) ligt natuurlijk de retorische, didactische en mnemotechnische kracht. Maar wie nagaat waar Cats zijn inspiratie vandaan heeft, zal zien dat dit - naast de emblematiek - voor een belangrijk deel via de literatuur en dan vooral via de compilatieliteratuur is gelopen. Die bereikte aan het eind van de zestiende en het begin van de zeventiende eeuw, toen de humanistische verzamelingen werden samengevoegd, een indrukwekkende omvang. Onuitputtelijke fondsen van excerpten uit de Westeuropese literatuur van de Griekse oudheid tot in de eigen tijd staan de literator dan ter beschikking en hij schroomt niet om daar, men mag gerust stellen met enige gretigheid, gebruik van te maken. Twee of drie emblemen gaan rechtstreeks terug op passages in De constantia van Justus Lipsius, die in dit werk vaak mooie en pakkende vergelijkingen invlecht. Op precies deze vergelijkingen laat Cats zijn oog vallen en hij maakt ze niet alleen tot vertrekpunt van zijn embleem, | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 66]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
maar ontleent er ook een van zijn duidingen aan. Verwonderlijk is dit niet want metaforen spelen nu eenmaal een hoofdrol binnen de emblematiek.Ga naar eind47 Had niet Cicero in De oratore de metafoor verheven tot ‘magnum ornamentum orationis’ (de grootste stilistische versiering)? Plutarchus, Coornhert, Van Mander en Nicolaas Heinsius prijzen haar met nadruk: pas hierdoor raakt de dichtkunst bezield, toont de dichter zich poëet en komt de waarheid aan het licht.Ga naar eind48 Hoe geliefd de metafoor is, blijkt ook uit een andere bron die Cats heeft gekend én gebruikt: Erasmus' Parabolae sive similia, voor het eerst verschenen in 1514 te Strasbourg.Ga naar eind49 Hierin verzamelde Erasmus uit de Moralia van Plutarchus en uit de Naturalis historia van Plinius, evenals - in mindere mate - uit het werk van Seneca, Lucianus, Xenophon, Demosthenes, Aristoteles en Theophrastus, een grote hoeveelheid tekstplaatsen waarin vergelijkingen voorkomen. Hij bracht enkele veranderingen aan, voegde toe en breidde uit. In de opdrachtbrief aan zijn vriend Pieter Gillis schreef Erasmus uitvoerig over de grote esthetische, retorische en didactische waarde van de vergelijking: Παραβολὴ, dat Cicero vertaalt met collatio (vergelijking), is niets anders dan een expliciete metafoor. Van de overige stijlmiddelen levert elk zijn persoonlijke bijdrage aan de charme en beweeglijkheid van de stijl; de metafoor draagt in haar eentje veel meer bij tot de stijl, dan alle overige stijlmiddelen. Wil je onderhoudend zijn? Niets sprankelt meer. Wil je je standpunt overbrengen? Niets overtuigt met meer kracht of duidelijkheid. Wil je mensen overhalen? Niets heeft meer zeggingskracht. Wil je uitweiden? Nergens vind je meer materiaal. Probeer je kort te zijn? Niets laat meer aan het begrip over. Streef je naar een verheven stijl? Zij kan alles zo groot opblazen als je maar wilt. Is er iets wat je wilt afzwakken? Niets is daartoe effectiever. Streef je ernaar levendig en beeldend te zijn? Niets stelt zaken levendiger voor ogen. Hiermee worden vaak spreuken gekruid, hieraan ontlenen fabels hun charme, beroemde uitspraken hun effect; voorzien van een vergelijking wordt een sententie dubbel zo krachtig, zelfs in die mate, dat Salomo, die goddelijke man, zijn spreuken op geen andere manier sterker wilde aanbevelen dan door ze parabolae te noemen. Ontneem de redenaars hun arsenaal aan metaforen en alles wat ze brengen is schraal. Ontneem de profeten en de evangeliën de parabolae en een groot deel van hun charme gaat verloren.Ga naar eind50 Bijna de helft van de vergelijkingen die Erasmus geeft, telkens in het Latijn, is afkomstig uit Plutarchus (echter zonder verwijzingen naar de vindplaats).Ga naar eind51 De vergelijkingen worden min of meer in clusters gepresenteerd, afhankelijk van hoe lang een thema in de originele tekst ter sprake komt. Erasmus' verzameling heeft, naast zijn Adagia en Apophthegmata, veel meer dan men misschien tot op heden heeft vermoed, direct of indirect, als schatkamer gediend voor emblematici.Ga naar eind52 Ook voor Cats, die verschillende vergelijkingen, zowel voor zijn prozacommentaren als voor het embleem als geheel, juist hier heeft gevonden. Wel zal hij, evenals dat | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 67]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
met zoveel andere tekstverwijzingen het geval is, de formuleringen van Erasmus via Langius' Polyanthea hebben overgenomen. Uitgaven van de Parabolae waarin alle vergelijkingen alfabetisch en op loci communes werden gegroepeerd (ze verschenen vanaf 1532), maakten het mogelijk de ontleningen aan Erasmus in de Polyanthea op te sporen. Aan de hand van deze ordening, aangebracht door de humanist Conradus Lycosthenes, viel op te maken dat Langius praktisch het complete materiaal heeft overgenomen, inclusief de bronvermelding bij de ontleningen aan Plinius. Langius bracht ze onder in de afdeling ‘Similitudines’ die aan het eind van de meeste lemmata een plaats kreeg.Ga naar eind53 Behalve voor schijnbaar terloopse verwijzingen in zijn poëzie en proza, en voor afzonderlijk opgenomen citaten, heeft Cats eveneens de inventio van enkele emblemen als geheel aan Erasmus te danken. In de Parabolae zijn in ieder geval veertien mogelijke, soms licht variërende, ontleningen aan Plutarchus, één aan Seneca en zestien aan Plinius aangetroffen die in de Sinne- en minnebeelden een plaats hebben gekregen.Ga naar eind54 Hoewel er sprake is van toch ten minste eenendertig parallellen, zal Cats Erasmus' compilatiewerk zelf niet bij de hand hebben gehad; het algehele patroon van ontlening wijst erop dat de genoemde vergelijkingen uiteindelijk uit Langius komen. Zoals gezegd gebruikte Cats dit door Langius verzamelde materiaal voor verschillende doeleinden en de verwerkte citaten kwamen op diverse ‘niveaus’ terecht. De manier van ontlenen laat zich vergelijken met de wijze waarop binnen de retorica wordt geadviseerd de onderwerpen te vinden en te verwerken. De Polyanthea wordt zo gehanteerd als:
De aldus bijeengebrachte vindplaatsen vormen een essentieel deel van het instrumentarium van Cats.Ga naar eind55 Het verklaart waarschijnlijk ook hoe iemand binnen een jaar een bundel kon uitbreiden met over de honderd prozastukken. Dat het dikwijls om aaneengelaste citaten gaat, valt niet altijd meteen op. In 1588 schreef de Engelsman Abraham Fraunce - zelf een embleemboekschrijver - in verband met het handig gebruik dat van de thematisch gegroepeerde verzamelingen werd gemaakt: ‘Logike is | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 68]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
now six leaves longe, & eyght daie laboure, which before was seven yeres studye, and fylled the world with volumes almost infynite.’ Vanzelfsprekend overdreef Fraunce, maar zijn uitspraak bezit wel degelijk een kern van waarheid.Ga naar eind56 Men zou zelfs kunnen zeggen dat Cats op zijn beurt een Polyanthea presenteerde, maar dan in embleemvorm. Hij gaf op ervaring en kennis gebaseerde uitspraken, sententies, gelijkenissen en exempla uitgaande van afbeeldingen die alle betrekking hebben op de mens en hem van nut kunnen zijn. Zowel de diverse Florilegia als Cats' embleembundel bevatten vaste onderdelen ten behoeve van de praktische filosofie (actio virtutis), namelijk ‘Dicta’: zoals sententies, apophthegmata en adagia; ‘Similitudines’: gelijkenissen afkomstig van christelijke en klassieke auteurs; ‘Exempla’: na te streven of te verwerpen voorbeelden en ‘Picturas’: aanschouwelijke voorstellingen uit enigmatische, hiëroglyfische, emblematische, allegorische en aan de fabelliteratuur ontleende bronnen. De bundel diende bovendien als bron voor latere artistieke inventie. Het grote verschil met de loci communes-verzamelingen is dat de lezer weinig systematiek in de presentatie van de onderwerpen zal ontdekken.Ga naar eind57 Evenals Alciato's bijschriften terecht kwamen in de verzameling van Langius,Ga naar eind58 neemt Johannes Gruterus al in 1624 in zijn Polianthea sive Florilegium magnum vele Latijnse bijschrifen uit Cats' Silenus op. Dan zijn de rollen van ontlening omgekeerd en kan de uitgever Schipper als in een reclameboodschap opmerken: ‘Proteus ofte Emblemata, en ook die gemelde Maegdeplicht, zijn in 't Latijn genoegsaem in 't geheel gebrocht, in de groote Polianthea, sive Florilegio van den vermaerde en hooggeleerde I. Gruterus, zijnde aldaer by Loci Communes, na gelegentheyt van 't voorsz werk, verdeelt [...]’.Ga naar eind59 Cats groepeerde de citaten en vervlocht ze met zijn gedichten en zijn prozaverhandelingen, leverde er commentaar op en voegde er alledaagse elementen aan toe. Vergeleken met de citatenverzamelingen appelleerde het embleem als geheel vanzelfsprekend veel meer aan literair en picturaal vermaak en bracht het, gedeeltelijk in de landstaal, de praktische en christelijke moraalfilosofie voor een groter en jonger lezerspubliek dichterbij.
Wanneer men overziet op welke tekstplaatsen en visuele voorlopers Cats zich heeft gebaseerd, kan men het volgende concluderen. Naast prenten met originele motieven zijn er ook andere waarvoor zich directe emblematische voorgangers aandienen. Plinius blijkt uiteindelijk de onbetwiste nummer één: zo'n vijftien aangekaarte onderwerpen gaan terug op passages in zijn Naturalis historia, door Cats klaarblijkelijk gekend via de bestaande internationale embleemliteratuur en dan vooral via Camerarius. Verder zijn Plutarchus, Lipsius en Cardanus met drie of meer vindplaatsen belangrijke leveranciers geweest. Naast de onmiskenbare ontleningen zijn er de emblemen waar niet meteen een bron van voorhanden is. Het gaat om: de borduurster (een | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 69]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
echo van Heinsius?), de muis áchter de val (een variant van nr. xii), de gilde-os (een werkelijk bestaand gebruik), de uitbeelding van het vinkje dat ontsnapt (een grote kans dat dit embleem een vinding van Cats is), de slijpsteen (waarschijnlijk geïnspireerd op een gangbare metafoor; al dan niet via bekende slijpersliederen), de man en vrouw met de kikker (nieuw), de hond die een eend probeert te grijpen (is er toch een voorbeeld?), de egel en de muizen (een variant op Johannes David of Roemer Visscher?), de naaister en de man (nieuw), de aap en de schildpad (mogelijk een nieuwe combinatie).Ga naar eind60 We hebben in deze gevallen te doen met scènes uit het alledaagse leven, of het kan gaan om uitbeeldingen die zijn gevoed door eerdere, soortgelijke combinaties, zoals de populaire reeksen van paren in het dagelijks leven en het gedrag tussen verschillende dieren uit de fabelliteratuur. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Appendix
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 70]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hoe dicht zo'n navolging bij de oorspronkelijke bron staat en of de betekenissen die Cats aan het motief heeft toegekend, zijn overgedragen, zeker wanneer de teksten achterwege blijven. Hetzelfde speelt als de iconografie van de prenten parallellen heeft binnen de toegepaste kunst en de schilderkunst.Ga naar eind62 Enkele voorbeelden. In 1663 vervaardigde Samuel Halvor Søn, zoon van de bekende houtsnijder Halvor Andersen Fanden, een indrukwekkende esdoornhouten kan met vier reliëfs: een zeemeermin met een gitaar, Cupido die een leeuw blinddoekt, een os met muzikanten, evenals een spin die een slang aanvalt. De laatste drie zijn rechtstreekse navolgingen van Cats' prenten (nr. x, xix, en xxxvii). Op de kan, die zich thans in het Kopenhagens Nationalmuseum bevindt, zijn niet alleen de composities van de gravures nauwkeurig gekopieërd, maar ook de motto's overgenomen (zie afb. 10.5; afb. 19.6 en afb. 37.3). Denkbaar is dat als gezelschapsspel interpretaties van de voorstellingen werden gegeven. Dat geldt ook voor een andere drinkkan, gesneden uit dezelfde houtsoort waar aan de versiering wederom twee Cats-emblemen ten grondslag hebben gelegen. De eerste, op het deksel, gaat terug op een embleem uit de Emblemata moralia et aeconomica waar een hand met een tros druiven is afgebeeld, terwijl de decoratie op de voorkant een bewerking is van embleemprent xlii uit de Sinne- en minnebeelden. Apen dansen er op de muziek van een doedelzakspeler (afb. 42.3). Deze kan bevindt zich eveneens in het museum te Kopenhagen.Ga naar eind63 Alciato had een dergelijke vorm van ontlenen aan de emblematiek door de toegepaste kunst reeds voorgesteld in een brief aan de uitgever Francesco Calvo en het is precies dit gebruik dat Alciato ertoe aanzette zijn epigrammen emblemen te noemen: ‘[...] Ik geef in elk epigram een beschrijving van iets, ontleend aan de geschiedenis of natuur [natuurlijke historie], zodanig dat het iets aardigs betekent, en waar schilders, goudsmeden en metaalgieters objecten naar kunnen maken die we badges noemen en die we aan onze hoeden bevestigen of anderszins als handelsmerk gebruiken [...].’Ga naar eind64 W. Harms en H. Freytag hebben in drie Duitse kastelen en buitenverblijven de verwerking van een groot aantal zeventiende-eeuwse embleemprenten, waaronder enkele van Cats, in kaart gebracht. Het is verrassend de schilderijtjes naar de prenten in series onder en naast elkaar te zien. Talrijke emblemen zijn hier tot reeksen imprese gemetamorfoseerd. Prikkelend is ook in dit geval de vraag in hoeverre de navolgingen (hier ‘Bildzitate’ genoemd), de vroegere interpretatie of interpretaties hebben meegenomen. Wanneer particulieren dergelijke programma's in hun huizen laten aanbrengen, mag men verwachten dat de betekenissen worden gekend en dat bezoekers ze kunnen herkennen. Ongetwijfeld hebben ze mede gediend als uitdaging tot conversatie en het uitlokken van commentaar.Ga naar eind65 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 71]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De contrareformatorische verzamelbundel Amoris divini et humani antipathia (1629) bevat vele bewerkingen van Cats. Initiatiefnemer en uitgever van de bundel was Michiel Snijders. Het gaat te ver, althans picturaal, om hier van kopieën te spreken. Toch verloochent de afkomst zich niet. Cats' boek heeft immers niet alleen voor de gravures als vertrekpunt gediend, maar ook de Latijnse teksten zijn voor een belangrijk deel overgenomen. Zo dringt Cats binnen in het discours van wat men later (te algemeen) de jezuïetenemblematiek is gaan noemen. De goddelijke liefde, Amor divinus, heeft in de meeste gevallen de plaats ingenomen van het zoontje van Venus. Het werk verscheen voor het eerst in 1626, toen nog met als titel Amoris divini et humani effectus varii sacrae scripturae sanctorumque P.P. sententiis ac Gallicis versibus illustrati. In deze editie (met alleen Latijnse en Franse verzen) vinden slechts twee emblemen aansluiting bij Cats' Sinne- en minnebeelden. Drie jaar later wordt het boek uitgebreid tot drieëntachtig emblemen en heet dan, zoals gezegd, Amoris divini et humani antipathia. Er is telkens sprake van de liefde van de mens tot God, uitgebeeld of aangewezen door de goddelijke liefde. In de bundel houdt de goddelijke liefde de mens, of de menselijke ziel, allerlei stichtelijke boodschappen voor en Cupido wordt in malam partem uitgebeeld. Deze weg tot religieuze liefdesemblematiek had Vaenius al vrijgemaakt door in 1615 zijn Amorum emblemata om te werken tot Amoris divini emblemata. Philippe de Vilers, een capucijner monnik die als kloosterling de naam Ludovicus van Leuven droeg, was medeverantwoordlijke voor de teksten. Rijmwoorden uit de Franse bijschriften bij Cats komen in die positie terug in de Franse bijschriften van Amoris divini: de ene keer worden Cats' woorden instemmend gevolgd en andere keren worden ze getransformeerd om ze zo goed mogelijk binnen het thema van het boek te laten passen. Of de afkorting Cat. in de marge de toenmalige lezers meteen op het spoor hebben gezet naar de werkelijke bron van de emblemen, valt te betwijfelen. De prenten zijn weinig oorspronkelijk, ze gaan behalve op Cats, terug op Herman Hugo's Pia desideria en op prenten in het werk van Daniel Heinsius.Ga naar eind66 In totaal zijn er eenentwintig picturale ontleningen aan de Sinne- en minnebeelden, waarbij Snijders en De Vilers vijftien motto's uit het Nederlands en vijf uit het Frans hebben aangehaald. Varianten zijn bijvoorbeeld de vervanging van een schildpad door een hert, en aanpassingen: een vergiliaanse versregel, gekerfd in een boom, waarvoor het opschrift ‘Amor meus crucifixus est’ in de plaats is gekomen. Het is mij niet gelukt een systeem te ontdekken in de keuze van de navolgingen.Ga naar eind67 Aan het begin van de achttiende eeuw is het de rooms-katholieke Willem den Elger (ca. 1679-1703) die de prenten uit Amoris weer zal interpreteren als zinnebeelden van profane liefde. In totaal gaat het om zestien bewerkingen van Cats met zeer veel toevoegingen uit met name de Italiaanse en Franse literatuur. Den Elger was doctor in de rechten en | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 72]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vertaalde enkele treurspelen uit het Frans. Wat we over hem weten, staat in de biografie die voorafgaat aan de uitgave van zijn Gedichten uit 1726. Den Elger komt ervoor uit dat Cats aan de basis van zijn bundel ligt en in bijna alle gevallen vermeldt hij hem. In zijn bewerkingen citeert hij de Nederlandstalige verzen van 1627 (of later).Ga naar eind68 Antoon van Bourgoingne (ook wel Antonius a Burgundia, Antoine de Bourgogne (?-1657)) genoot zijn opleiding bij de jezuïeten in Brugge alwaar hij zijn licentiaatsgraad behaalde in de theologie en de rechten. In 1636 werd hij aartsdiaken en in 1651 deken van het kapittel van de kathedraal van Brugge.Ga naar eind69 Hij publiceerde in 1631 te Antwerpen Ghebreken der tonghe ende middelen om die te verbeteren en in hetzelfde jaar verscheen tevens een Latijnse uitgave, onder de titel Linguae vitia. De prenten zijn gestoken door J. Neefs en A. Pauwels naar ontwerpen van A. van Diepenbeek. In totaal zijn er drie navolgingen van Cats.Ga naar eind70 Verder geeft Johannes à Castro (Jean van der Borcht), dichter en minderbroeder te Antwerpen in zijn in 1694 verschenen Zedighe Sinne-belden [sic] ghetrocken uit den ongheschreven boeck van den aerdt der schepselen één rechtstreekse ontlening aan Cats, echter zonder hem te noemen. Hij varieert hier op embleem viii (zie afb. 8.2).Ga naar eind71 Emblemen die aan de Sinne- en minnebeelden verwant zijn, vindt men voorts (nogmaals, er zijn ontegenzeglijk meer navolgers) onder andere in: Openhertighe herten. S.l., s.a.;Ga naar eind72 Guillaume Hesius, Emblemata sacra de fide, spe, charitate. Antwerpen 1636; Ernst Christoph Homburg, Schimpff- und ernsthaffte Clio ... S.l. 1638 én editie Jena 1642;Ga naar eind73 Henricus Engelgrave, Caelum empyreum in festa et gesta sanctorum ... Köln 1668-1670;Ga naar eind74 Johann Michael Dillherr, Himmel und Erden. Das ist: Ungleiches Sinnen und Beginnen derer, so Gott und auch derer, so die Welt lieben ... Nürnberg 1674;Ga naar eind75 [Henri van Offelen], Devises et emblemes anciennes et modernes, tirées des plus celebres auteurs ... Par les soins de Daniel de la Feuille. Amsterdam 1695Ga naar eind76 en M. Pallavicini, Devises & emblemes d'amour ... S.l. 1696.Ga naar eind77 Van Goossen van Vreeswyk is bekend dat hij doorging voor een vooraanstaand chemicus en metaalkenner. Waarschijnlijk was hij een volgeling van Johann Rudolf Glauber die in het midden van de zeventiende eeuw in Amsterdam een hermetisch genootschap had opgericht. In vier alchemistische bundels die Van Vreeswyk maakte - zij verschenen tussen 1672 en 1676 te Amsterdam - dienen embleemprenten van Cats als bron voor een groot deel van de gravures. De vorm van de prentjes maakt duidelijk dat de alchemist niet een vroege maar een latere uitgave van de Sinne- en minnebeelden heeft bewerkt. Van Lennep, de samensteller van een overzichtswerk over de alchemie, kent de herkomst van de prenten niet, wanneer hij opmerkt: ‘Deze niet erg verfijnde, maar originele emblemata zijn bezaaid met ontelbare chemische tekens die een identificatie van alle details mogelijk maken. Van Vreeswyk geeft op die manier een welbepaalde betekenis aan elke onderdeel van | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 73]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
een hand, een lichaam, een labyrint, een toren enzovoorts.’ De illustraties laten zien dat Van Vreeswyk praktisch geen detail ongemoeid liet.Ga naar eind78 De Utrechtse Universiteitsbibliotheek bezit een convoluut van de vier bundels. Behalve negenentwintig embleemprenten, gebaseerd op die uit de Sinne- en minnebeelden, zijn hierin ook bewerkingen opgenomen afkomstig uit Cats' Maechden-plicht. Typische toevoegingen zijn een mannetje naast de kerktoren (Proteus, nr. xxix; zie afb. 29.6), de druiventros die een gulzige hond wordt voorgehouden (nr. xxxix) evenals een druivenstruik op de prent van de dode ezel (nr. xlvii; zie afb. 47.4).Ga naar eind79 In 1705 verscheen te Amsterdam Symbola et emblemata, een boek vervaardigd in opdracht van tsaar Peter de Grote. Dit werk werd later onder meer in een bewerking van Hermanus van den Burg onder de titel Verzameling van uitgekorene zin-spreuken en zinnebeeldige printvercieringen op de markt gebracht. Tussen de verzameling van achthonderdveertig prentjes zit een aantal navolgingen uit Cats' Sinne- en minnebeelden, hier in de vorm van kleine medaillons die telkens per zes op één pagina staan.Ga naar eind80 Verder komen drie achttiende-eeuwse prentnavolgingen voor in De leermeester der zeden, vertoont in Horatius zinnebeelden. De bewerking van de verzameling wordt toegeschreven aan Anthonie Janssen.Ga naar eind81 Een definitief antwoord wie op wie varieert, zal vaak uit moeten blijven. Dat maakt de zoektocht er overigens niet minder aangenaam op. Te verwachten valt dat met name op volks- en kinderprenten vele emblematische voorstellingen, ook van Cats, hun bestaan hebben voortgezet. Motieven duiken op, houden een tijdje stand en verdwijnen, en niet altijd hoeft de betekenis op voorhand vast te liggen. Cats is ook in het zeventiende-eeuwse Engeland bewerkt. In The hierarchie of the blessed angels ... (London 1635) schreef Thomas Heywood negen lange hoofdstukken over de krachten en deugden van de engelen. Aan het eind van elk hoofdstuk volgt, voorafgaand aan een slotmeditatie, een ‘Emblem’, dat telkens een bewerking blijkt te zijn van een van de embleemteksten van Cats. Heywoods bewerkingen functioneren iedere keer als een samenvatting van het voorafgaande tractaat. Na een korte beschrijving van de prent geeft hij de door Cats aangehaalde citaten (met zo nu en dan nogal wat toevoegingen) en voorts de Latijnse gedichten uit de derde of tweede afdeling; een enkele keer gedeeltelijk. Op de gedichten volgen vertalingen - hier naar het Latijn - die Heywood niet ten onrechte parafrases noemt.Ga naar eind82 Drie bewerkingen uit de Sinne- en minnebeelden belandden in de negentiende-eeuwse kinderliteratuur van Margaret Gatty.Ga naar eind83 Samenvattend kan men stellen dat voorzichtigheid geboden blijft. Als Cats zich heeft gebaseerd op voorgangers, kunnen vermeende Cats-imitatoren diezelfde voorgangers ook hebben gekend. En verder kan een navolger natuurlijk weer op zijn beurt een navolger imiteren; een letterlijk motto is een sterke indicatie, maar in feite alleen wanneer het in combinatie met eenzelfde type voorstelling optreedt. Vele motto's zijn | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 74]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
spreekwoorden, bijbelse toespelingen of klassieke citaten en die liggen voor iedereen in zekere zin voor het oprapen. Het is juist de combinatie van woord en beeld die de doorslag zal geven. Een intrigerende vraag is of Cats in zijn drievoudige uitleg bij één prent is nagevolgd, maar opvallend genoeg zijn er hiervan nog steeds geen voorbeelden aangetroffen. Weinig of geen onderzoek is gedaan naar de om verschillende redenen catsiaans genoemde dichters Jan Harmensz Krul, Michiel de Swaen, Johan van Someren, Cornelis Udemans, Jan van Nyenborch, Jan Schaep en Jacob Coenraedsz May-vogel. Met uitzondering dan van iemand als Poirters. De Oisterwijkse jezuïet noemt de Zeeuw wel als voorbeeld, al ziet hij als emblematicus de prenten meer als aanzet, als uitgangspunt, om er zijn enorm uitvoerige proza-uitleggingen aan te koppelen, terwijl Cats tijdens het emblematiseren het verband blijft leggen met de picturae.Ga naar eind84
Een van de vroege reacties op de ontvangst van Cats, namelijk uit 1644, geeft Jan de Brune de Jonge in Wetsteen der vernuften, oft bequaem middel, om van alle voorvallende zaken, aardighlik te leeren spreken: Ik hoorde onlanx de boeken van Heer de Raad-Pensionaris Cats, de Bibel des jeugts noemen. Gewisselik zijnder honderden van jonge lui, dewelcke die schriften neerstiger doorneuzelen, dan zy de heilige blâren doen. En iets later zinspeelt ook Joannes Six van Chandelier in dezelfde bewoordingen op Cats. In zijn Poësy (1657) dicht hij: Nu geld Naso, of Katullus,
Heliodorus of Tibullus,
En de bybel van de jeughd
Sleipt de sinnen, tot die deughd.Ga naar eind85
Van iemand die zo populair is geweest, hoeft het geen verbazing te wekken dat hij veel invloed heeft gehad. Dat gold ook lange tijd later. Edmund Malone, de biograaf van Sir Josuah Reynolds (1723-1792), vermeldt dat de schilder als jongetje Cats' embleemprenten natekende van een uitgave die de overgrootmoeder van zijn vader had meegebracht naar Engeland: The young artist's first essays were made in copying several little things done by two of his elder sisters [...] and he afterwards (as he himself informed me) eagerly copied such prints as he met with among his father's books, particularly those which were given in the translation of Plutarch's Lives, published by Dryden. But his principal fund of imitation was Jacob Cats' book of Emblems, which his great grandmother by the father's side, a Dutch woman, had brought with her from Holland.Ga naar eind86 Tobias van Westrheene, ten slotte, publiceerde in 1864 onder de titel Jan Steen, historisch-romantische schetsen een ‘voorstelling van het leven en de zeden der eeuw van Jan Steen’. Daarin valt op hoe vaak zegswijzen uit | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 75]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
het werk van Cats, waaronder motto's uit de Sinne- en minnebeelden, als leidraad voor de gezinsleden van de familie Steen dienen. ‘Buyten gesont, binnen gewont’, ‘Dwangh leert sangh’, ‘Lieven doet leven’ en ‘Geen boom en wast op eenen dagh’ maken er deel uit van de dagelijkse conversatie. Het verweven van deze uitdrukkingen van Cats in een dergelijke historische roman zal versterkend hebben gewerkt op de later telkens weer vermelde overeenkomst tussen het werk van de schilder en de dichter.Ga naar eind87 |
|