Alle de werken. Deel 2(1862)–Jacob Cats– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 898] [p. 898] Cats. O dichter, al te vaak miskend Van hen, die slechts den schijn vereeren: Wier oog aan 't ruisschend klatergoud Van ijdle woordenpraal blijft hangen, Gij zijt een dichter der natuur: De wijsheid heeft u opgetogen! Gij strooit geen bloempjens slechts: uw hand Schenkt vruchten, die het land verkwikken! O, lieve dichter van mijn jeugd! Gij zult mijn ouderdom nog leeren; Uw bloempjens waren voor mijn jeugd, Voor rijper leeftijd uwe vruchten. BELLAMY. Vorige Volgende