Alle de werken. Deel 2(1862)–Jacob Cats– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Op het sterven van den hoogh-geleerden Jacobus Lansbergen, Dr. in de medecijnen Dit beelt was lest een man, een troost voor siecke luyden, Die in sijn boesem droegh de krachten van de kruyden, Ja, met sijn hoogh verstant, ginck sweven in de loght En leerd' oock even daer, al wat men leeren moght: Dies hy, aldus begaeft, heeft menigh mensch genesen, Die uyt het duyster graf scheen op te zijn geresen, Het speet de bleke doodt, dat haer geduchte maght Bevoghten, aengetast, en t'onder werdt gebraght. Sy hoort den kloecken helt van alle menschen prijsen, En vreest, dat sijn verstant staegh hooger staet te rijsen, Dies leyt sy in beraet, wat datter dient gedaen Om sijn vermaerde kunst tot niet te doen vergaen. Sy geeft haer in het velt, en komt den man bespringen, En gaet een schamper liet tot haer triomphe singen; De groote konstenaer, die op geen doot en past, Is schielick weggeruckt, en van de doot verrast. Vorige Volgende