Alle de werken. Deel 2(1862)–Jacob Cats– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Voor de gene die een ongematigt en swack lichaem hebben. Wanneer de soete slaep van u begint te vluchten, Dat, voor een bly gepeys, u quelt een anghstigh duchten, Dat u geen kost en smaeckt gelijckze voortijts plagh, En dat geen jonge vrou u meer bewegen magh: Of dat uw blijde verf nu krijght een ander wesen, Of dat een winter hair in u komt op-geresen; Of datje niet en loost dat van u plach te gaen, Gelijckje menighmael voor desen hebt gedaen; Soo stelt'et voor gewis dat uwe saken hellen, Dat uwe krachten gaen, uw leden haer ontstellen; Dat uw bouvalligh lijf, en uw geheelen staet, Niet meer en is geplaetst in haer bescheyden maet; Om hier in wel te gaen, soo dient'er waergenomen, Hoe dat uw snelle val magh werden voor-gekomen; Koomt, leert oock dit geheym van uwen Beverwijck, En wenscht hem voor sijn loon het eeuwigh koningrijck. Vorige Volgende