Aenmerckinghe op de tegenwoordige steert-sterre en drie lofdichten op Philips van Lansbergen
(1986)–Jacob Cats– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 99]
| |
Drie lofdichten op Philips LansbergenAfb. 6. Philips Lansbergen aan het werk met de door hem beschreven astronomische instrumenten. UB Amsterdam, 723 E12
| |
[pagina 101]
| |
Ghedicht ter eeren Den Eer-weerden, Hoogh-geleerden, ende Wijt-beroemden D.Ga naar margenoot+ Philips van Lansberge, Des selffs Bouck van 'tghebruyck des Astronomischen ende Geometrischen QVADRANTS.Ga naar margenoot+
VErnuftich menschen breyn, by Godes hant geschapenGa naar margenoot1-24Ga naar margenoot1
Niet om, ghelijck een swijn, hier eeckels op te rapen;
Maer hooger van bedrijf, en beter dingen weert,Ga naar margenoot3
Verheff dijn elen geest; wat hangdy naer der eert?Ga naar margenoot4
5[regelnummer]
Het onbesuysde vee gaet met den hals gheboghen,Ga naar margenoot5
Gaet wroeten in het slick. Ghy, hooger op-getoghen,Ga naar margenoot6
Siet voor u reghel-recht, siet voor u ooghen staen
Des daeghs de gulde Son, des nachts de zilvre Maen.
Het sorghelijcke gout, een wens van alle volcken,Ga naar margenoot9
10[regelnummer]
Schuylt verre van het licht in onder-aertsche kolcken
Met schrick en slick bedeckt, versegelt in de nacht,Ga naar margenoot11
Waer onder menich mensch van ramp en damp versmacht.
De Son in teghen-deel, en al de groote lichtenGa naar margenoot13
Doen haren vasten loop, recht boven ons ghesichten;
15[regelnummer]
Daer wert des menschen geest van Gode toe gheverght,Ga naar margenoot15-16
Dewijl hy 't een ontdeckt, en 't ander ons verberght.
Ghy siet van alle cant, ghy siet den hemel open,Ga naar margenoot17
Dat is u rechte wit, daer zijdy toe gheropen;Ga naar margenoot18
Want soo ghy door de cunst dit wonder cont verstaen,Ga naar margenoot19
20[regelnummer]
Ghy sult, met grooter lust, tot uwen Schepper gaen.
Wel aen dan, edel Dier, van hoogher geest gedreven,
Ghebruyckt dit hant-ghetuych in desen bouck beschreven,Ga naar margenoot22
En als ghy metter daet de vruchten hebt ghesmaeckt,
Gheef prijs, soo't u betaemt, aen die het heeft ghemaeckt.Ga naar margenoot24
25[regelnummer]
lansberge, diep verstant, Hipparche deser eeuwen,Ga naar margenoot25
| |
[pagina 103]
| |
O licht van onse cust, en Thales van de ZeeuwenGa naar margenoot26
Die met een hooghen geest tot aen de sterren rijst,
En God hier in sijn woort, en in den hemel wijst:Ga naar margenoot28
Die door dit eyghen tuych cont op het nauste wetenGa naar margenoot29
30[regelnummer]
Hoe dat, en Son, en Maen, en 't Aertrijck is te meten,
Soo dat door u vernuft een yder lichaem staet
Beschreven na de cunst juyst op sijn eyghen maetGa naar margenoot32
lansberge, weerde vrient, die met een soet vermaken
Ons van der aerden leyt, en doet den hemel raken,
35[regelnummer]
Men prijs' off laeck u werck, men spreeck' off swijghe stil,
Men acht' u cloucke vont ghelijck de Fame wil,Ga naar margenoot36
Ghy dient, hoe dattet gae, van my te zijn ghepresen;
Want na ghy dijne cunst en gunst my hebt bewesen,
Soo voelick metter daet dat ick des Heeren werck
40[regelnummer]
Met gants een ander oogh, als eerst-mael, over-merck:Ga naar margenoot40
Want t'elcken als de Slaep van my is wech ghevlogen
Heff ick mijn ooghen op, en werde dan bewoghen
Aldus te roupen uyt: ô glans, ô hellen schijn,
Hoe groot, ô groot ghebouw, moet uwen Schepper zijn!
|
|