22. Verstaan wij Nederlands?
Dit boekje heet ‘Mooi kado’. Een ogenschijnlijk simpele titel - maar vergis u niet. Letterlijk betekent ‘Mooi kado’ dat het een mooi kado is. Als u er echter een scheut wrevelige ironie bijvoegt, keert u de betekenis om:
‘Mooi kado...’
Het ligt aan de toon waarop u het zegt. In de spreektaal kunt u met het woordje ‘mooi’ vele kanten op. Als uw instelling ten aanzien van dit geschenk niet al te negatief is, zegt u:
‘Dat krijg je toch maar mooi kado.’
Dan gebruikt u ‘mooi’ in dezelfde zin als:
‘Da's toch maar mooi meegenomen.’
Maar ik heb ook eens een man in een Amsterdamse kroeg horen zeggen:
‘En ik kreeg móói zes maanden gevangenisstraf.’
Nu kunnen u en ik deze nuances natuurlijk moeiteloos van elkaar onderscheiden. Niettemin herhaal ik de hierboven gestelde vraag: ‘Verstaan wij Nederlands?’
Laatst liep ik in zo'n oude, vervallen winkelstraat, waar Amsterdam Oost een smoezelig soort gezelligheid te bieden heeft, 's ochtends een kleine koffiebar binnen, die op een bordje achter het raam ‘Expresso’ beloofde. De smaak viel tegen. De man die het kopje voor me had volgeschonken, keek of de onderneming hem ook tegengevallen was. De eigentijdse inrichting van zijn zaak had er, kort geleden op de openingsdag, stellig leuk uitgezien. Maar er was erg goedkoop materiaal gebruikt, dat nu al kapot ging. Aan de muur hingen grote posters van popsterren en aan de bar zat een vertegenwoordiger van de generatie waarop de baas had gemikt, zonder te raken. Een dunne jongen van een jaar of zeventien in een net genoeg kapot spijkerpak. Hij keek dof in een dood pilsje. Zijn vader was het niet met hem eens. Na een tijdje kwam er net zo'n