Verstaan wij Nederlands?
De eerste uitgave van dit boek heette Mooi kado. Een
ogenschijnlijk simpele titel - maar vergis u niet. Letterlijk betekent ‘Mooi
kado’ dat het een mooi kado is. Als u er echter een scheut wrevelige ironie
bijvoegt, keert u de betekenis om: ‘Mooi kado...’
Het ligt aan de toon waarop u het zegt. In de spreektaal kunt u met het woordje
‘mooi’ vele kanten op. Als uw instelling ten aanzien van dit geschenk niet al te
negatief is, zegt u: ‘Dat krijg je toch maar mooi kado.’ Dan gebruikt u ‘mooi’
in dezelfde zin als: ‘Da's toch maar mooi meegenomen.’
Maar ik heb ook eens een man in een Amsterdamse kroeg horen zeggen: ‘En ik kreeg
móói zes maanden gevangenisstraf.’
Nu kunnen u en ik deze nuances natuurlijk moeiteloos van elkaar onderscheiden.
Niettemin herhaal ik de hierboven gestelde vraag: ‘Verstaan wij Nederlands?’
Laatst liep ik in zo'n oude, vervallen winkelstraat, waar Amsterdam Oost een
smoezelig soort gezelligheid te bieden heeft, 's ochtends een kleine koffiebar
binnen, die op een bordje achter het raam ‘Expresso’ beloofde. De smaak viel
tegen.
De man die het kopje voor me had volgeschonken, keek of de onderneming hem ook
tegengevallen was. De eigentijdse inrichting van zijn zaak had er, kort geleden
op de openingsdag, stellig leuk uitgezien. Maar er was erg goedkoop materiaal
gebruikt, dat nu al kapotging. Aan de muur hingen grote posters van popsterren
en aan de bar zat een vertegenwoordiger van de generatie waarop de baas had
gemikt, zonder te raken.
Een dunne jongen van een jaar of zeventien in een net genoeg kapot spijkerpak.
Hij keek dof in een dood pilsje. Zijn vader was het niet met hem eens.