Ik mag niet mopperen
(1972)
Schuld
De ochtendstilte in de kroeg deelde ik eerst alleen met de kastelein, die voor
zich uit starend achter de tap zat en waarschijnlijk dacht aan niets. Na een
poosje ging de deur open en trad een oude man binnen. Het type van een heer in
verval, duidelijk een eenzame, want zijn boordje was goor en op zijn zwarte jas
zaten vlekken die een vrouw niet zou gedogen.
‘Dag Jan,’ zei hij. ‘Geef me een grote pils van je.’
Daarop gaapte hij als een nijlpaard.
‘Heb je niet geslapen?’ vroeg de kastelein.
‘Ik liep vanmorgen om zeven uur al op straat,’ antwoordde de man.
‘Waarom? Je hoeft toch nergens meer naartoe?’
De man nam een slok uit het glas, dat de kastelein hem had aangereikt en zei:
‘Nee, ik hoef nergens meer naar toe. Maar ik word vaak om zes uur wakker, zie
je. Blijf ik dan liggen, met m'n ogen dicht, dan ga ik piekeren. En dan draag ik
overal de schuld van.’
Zijn gezicht kreeg een gekwelde uitdrukking.
‘Allerlei dingen komen dan in me op,’ zei hij. ‘Ik noem maar wat - de dood van
mijn vader. Ik was zeventien, toen hij ging. Da's vijftig jaar geleden. Ik
woonde nog thuis. En als ik dan zo tussen slapen en waken lig, komt het allemaal
weer terug. En dan draag ik de schuld. Gek hè?’
De kastelein had er geen oordeel over.
‘Het ziekbed van mijn vader stond in de huiskamer,’ vervolgde de man met een
doffe stem. ‘Op een middag - mijn moeder deed boodschappen - kwam een
specialist. Die was er door de huisdokter bijgehaald. In een koffer had hij een
toestel bij zich en daarmee onderzocht hij mijn vader. 't Was een kortaffe man,
die tegen ons snauwde. Toen hij klaar was, liet ik hem uit. Bij de deur zei hij:
“Jongeman - 't is heel ernstig. Ik kan geen hoop geven.” En ik antwoordde: “Ja
meneer.” Meer niet. En ik voelde niks. Terwijl ik hield van mijn vader. Gek hè?
Ik kwam terug in de huiskamer en hij vroeg: “Wat zei die vent?” En ik
antwoordde: “Alles komt weer in orde als je maar geduld hebt.” Wat moest ik
anders zeggen? Dat denk ik nou, terwijl ik hier sta. Maar in bed, zo half
wakker, vind ik het helemaal