ik
wat hij wilde. Op de grond, tussen mijn voeten, lagen de kruimels die waren
gevallen toen ik de koek in stukken brak en dáár was hij op uit. Hij nam een
enorm risico, want wie garandeerde dat ik hem, als hij vlakbij was, niet
plotseling, in een helse luim, vertrappen zou? Mensen staan in de dierenwereld
nu eenmaal niet zo hoog aangeschreven.
Ik bleef doodstil zitten. En hij bereikte de kruimels, pikte ze in een zeer hoog
tempo allemaal op en ging ervandoor. De volgende ochtend nam ik twee broodjes
van het veel te overvloedige ontbijt mee en herhaalde de voedering, doch nu
hield ik een brok achter voor manke John, die ik hem toewierp toen de andere al
verzadigd waren opgestegen. Maar dat bleek een denkfout, want toen de stakker
net wilde toetasten kwam een hele dikke duif even, in een fraaie duikvlucht, uit
de lucht vallen, pikte hem het stuk brood af en ging ermee in de boom zitten. Zo
gaan die dingen, ook bij de dieren.
De derde dag was een zondag.
Ik ging met mijn broodjes op de bank zitten en keek in de lucht. Geen duif te
zien.
Zouden ze een uitstapje zijn gaan maken?
Zondag is in Londen niet de leukste dag van de week en misschien vinden duiven
dat ook.
Omdat ik niet met die broodjes in mijn zak wilde blijven lopen, brak ik ze toch
maar in stukken en wierp ze op de grond.
En wie kwam toen aangevlogen?
Manke John - helemaal in zijn eentje.
Misschien wilden ze hem niet mee hebben, op het uitstapje. Maar dat brak ze dan
lelijk op, want nu was al dat brood voor hem. Hij werd er helemaal opgewonden
van en hinkte besluiteloos van de ene brok naar de andere en daarbij zág je hem
denken: o lieve heertje, maak toch alstublieft dat ze niet ineens
terugkomen...
Maar ze kwamen niet, zodat het een mooie zondag was voor manke John en ook een
beetje voor mij. Wat Gandhi ervan dacht weet ik niet maar de bronzen dame keek
met welgevallen toe. Glorious is the fruit of good labour. Dat
beest zal me nog lang missen - helemaal in Londen.