dat hij een in de war geraakte
loodgieter was, die vroeger veel cafés bezocht en ook hier nog, ouder gewoonte,
rondjes voor de hele zaal bestelde, die echter niet werden gehonoreerd.
Een kleine, inbrave opa legde zijn hand op mijn schouder en begon aan een wat
klaaglijke, volstrekt onsamenhangende monoloog, waarvan ik geen syllabe begreep.
Maar hij wees er telkens bij op zijn schoenen, die er mooi, nieuw uitzagen.
‘Zijn ze u te klein soms?’ vroeg ik ten slotte.
‘Te klein? Ben je belazerd?’ antwoordde hij, opeens volkomen coherent en hij
stapte weg met een gezicht of ik hem ernstig gekwetst had.
Er strompelde, door twee verpleegsters ondersteund, een hevig wankelende oude man
binnen, met de wijd opengesperde, diep ontstelde ogen van iemand die zojuist een
onvoorstelbaar gruwelijke ramp heeft gezien.
‘Hij wordt met de dag slechter,’ zei de ene verpleegster zakelijk tegen de
andere.
Midden in de zaal stond, doodstil en kaarsrecht, een klein, spierwit vrouwtje met
trots toegeknepen mond en staarde voor zich uit.
‘Weet je wie dat is?’ vroeg mijn vriend.
En hij noemde een naam die als een schok door mij heen ging. De naam van een
cabaretière, uit de tijd toen men zulke dames nog ‘soubrette’ noemde. In mijn
jeugd was zij een der grootste sterren van ons land, die, met haar groot talent
en haar internationaal repertoire, onze enge grenzen zingend overschreed en in
Indië als een vorstin werd onthaald. Een lieveling van het publiek. Ik weet nog
met welk een eerbiedige geestdrift mijn ouders over haar spraken. Maar ze werd
oud en de mensen vergaten haar en op een dag werd ze, volkomen vervuild en
chaotisch van geest, in haar kamertje gevonden. Toen kwam ze hier.
‘Ze staat daar altijd maar midden in die zaal,’ zei mijn vriend. ‘Ze bemoeit zich
met niemand. Soms geeft ze opeens een gil. Spreken doet ze nauwelijks.’
Wel was ze, hoorde ik, toen een nu alweer overleden oude acteur in de inrichting
werd opgenomen, opeens naar hem toe gegaan, had hem over zijn haar gestreeld en
vriendelijk gezegd: ‘Jij was er ook van, hè? Jij ook...’