natuurlijk. Toen ze terugkwam
in Hamburg vond ze hem als was en na nog wat komedie trouwden ze. ‘En nu neem ik
mijn vrouw mee naar mijn land,’ had hij gezegd.
Voor de broers was ze niet bang. Maar die twee wijven, die haar al bij voorbaat
haatten omdat ze zoveel lol had gehad, konden wel eens lastig worden. Ze wist
precies wat ze doen moest - namelijk alles wat níét van haar werd verwacht. Om
te beginnen kocht ze in confectiezaken dorre, onopvallende kleren. Wims
huishouding dreef ze zó zuinig dat hij soms zei: ‘Gunst kind, dat hoeft toch
écht niet.’ Maar haar grootste troef was: het werk. Na een paar weken trok ze de
fabriek in, ging aan de machines staan, gewoon als arbeidster.
‘Ik wil de zaak net zo goed kennen als jij, Wim,’ zei ze, in het accentloze
Hollands dat ze algauw geleerd had. Eerst vonden de broers het raar, maar toen
ze met slimme verhalen uit de praktijk kwam, waar ze wel wat aan hádden,
begonnen ze haar steeds meer te waarderen en deden niet meer mee als de vrouwen
's avonds giftig roddelden over ‘dat barjuffie’.
‘Weet je wat Frans tegen Eline gezegd heeft?’ vertelde Wim gisteren. ‘Hij zei,
ach, hou toch eens op met je geklets. Hella helpt ons tenminste geld verdienen
en jij maakt het alleen maar op.’
't Was een mooie triomf, na drie jaar. Misschien voelde ze zich daarom wel zo
blij, vandaag. Nog een poosje en dan zou ze er eindelijk aan kunnen beginnen,
aan al dat heerlijke geld van meneer Wim. Ze glimlachte.
‘Dag mevrouwtje!’
De notaris passeerde. Deftige oude snoeper, ze kende het type. Genadig groette ze
terug.
‘Dag meneer Grotebrink.’
Op de markt bleef ze stilstaan voor de etalage van een parfumeriewinkel en
spiegelde zich met welgevallen in het glas. Haar eerste rode jurk in dit gat -
om de nederlaag van Eline te vieren.
‘Zeg...’
Ze keek opzij en zag een zwaar geschminkte, verlopen vrouw van een jaar of
veertig.
‘Zeg liefie, waar moet ik hier wezen?’
‘Hoe bedoelt u?’ vroeg ze koud.
‘Ik ben hier vreemd, zie je,’ vervolgde de vrouw. ‘Maar ik wou wel