Zorgen
Mijn overbuurman liftte mij met zijn auto naar huis. Hij is een heer van zaken
die er goed van leeft, zodat hij mij de tijd kortte met klagen over de
belastingen en de overheidsbemoeiingen, want hij wil hélemaal vrij zijn en niets
betalen. Daar hebzucht een diep menselijke drijfveer is gaf ik hem doezelig
gelijk, tot we met een schok stopten voor een roodslaand verkeerslicht.
‘Hoe je met al die beperkingen je záák moet drijven...’ sprak de buurman en hij
ontstak zorgelijk een van de monarchsigaren die hij speciaal voor zichzelf laat
maken. Terwijl de delicate tabaksgeur mijn neus aangenaam kietelde, zag ik een
jonge agent in onze richting naderen, met de noodlottige fysionomie van een
ambtenaar die op het punt staat zijn bediening uit te oefenen.
‘Meneer, ik ga u een bekeuring geven,’ sprak hij melancholiek, gelijk iemand die
er meer leed dan lol van heeft.
‘Wat doen ik dan?’ vroeg de buurman. In spanning gaat hij altijd plat praten,
zoals een vogel in angst zijn vuil laat vallen.
‘Uw richtingaanwijzer staat nodeloos uit en daardoor brengt u het verkeer érnstig
in gevaar,’ zei de agent, het rustig uitserverend, als de pointe van een sterke
mop.
Hij had gelijk. Haastig trok de buurman zijn pijl in. Daar een agressieve toon
niet langer passen zou, kroop hij bliksemsnel in de huid van een nederige,
ongelukkige man en sprak: ‘Dat spijt me nou. Ik heb niet opgelet. Maar dat komt,
agent, ik heb zórgen, ziet u...’
Achter ons hadden zich verscheidene auto's opgesteld. Het licht sloeg groen. Maar
de agent zei gevoelig: ‘Zorgen... Zorgen heb ik óók, meneer. Maar ik doe toch
mijn plicht. Waar zou het heen gaan als ik alleen aan mijn zorgen dacht?’
Dat wisten wij ook niet. Zoet zaten we in de auto te wachten tot hij het
verklappen zou. De wagens achter ons claxonneerden, maar de agent bracht ze met
een sterke blik tot zwijgen. Ernstig vervolgde hij, als koos hij uit een enorm
archief van voorbeelden: ‘Gisteravond is mijn vrouw nog bij mij weggelopen.’
‘Wat ellendig. Hoor je dat?’ zei de buurman vals, mij erin betrekkend, of we een
nare voordracht voor twee heren deden.