Aan het volk van Nederland
(1981)–Joan Derk van der Capellen tot den Pol– Auteursrechtelijk beschermdHet democratisch manifest
Het oordeel van de historiciOok vóórdat wij de brief aan Pieter Vreede hadden gepubliceerd, werd het auteurschap van Joan Derk nauwelijks meer serieus in twijfel getrokken, en wel voornamelijk op grond van de bewuste passage in Van der Kemp's autobiografie. Jan en Annie Romein hebben Joan Derk van der Capellen, juist op grond van dit door hen zeer bewonderde staatkundige geschrift, uitgeroepen tot een der ‘erflaters van onze beschaving’. Maar het oordeel van de negentiende-eeuwse historici was heel wat minder waarderend. Men kan zich voorstellen, dat na het herstel van het Huis van Oranje als regerende dynastie in Nederland publikatie van dit uitgesproken anti-Orangistisch geschrift lange tijd niet wel mogelijk was. Verscheidene historici waren door politieke vooringenomenheid zelfs zo verblind, dat zij geen oog hadden voor de bijzondere kwaliteiten. Het feit dat het geschrift anoniem was verschenen leek bovendien aan de betekenis ervan, historisch gesproken, afbreuk te doen. Colenbrander schrijft nog in 1899: ‘Welk een laag peil | |
[pagina 24]
| |
van geestesbeschaving wijst het aan, dat de gansche revolutionaire literatuur van den patriottentijd geen leesbaarder stuk telt dan dit, overal oppervlakkig en op vele plaatsen laaghartig geschrift.’Ga naar eind20 Het heeft, afgezien van enkele negentiende-eeuwse schrijvers als Prof. G.W. Vreede - kleinzoon van Pieter - en voorts J.A. Sillem en W.H. de Beaufort, schrijvend in de latere regeerperiode van de toen weinig populaire Koning Willem III, tot in de jaren twintig van deze eeuw geduurd eer de patriotten op een welwillender en billijker beoordeling van de kant van de Nederlandse historici aanspraak konden maken. M. de Jong Hzn., Joan Derk's biograaf, gaf Colenbrander het juiste antwoord: ‘Ik meen daarentegen, dat het een meesterstuk is van betoog en zeggingskracht en dat het alleen aan zijn politieke strekking en zijn felheid jegens het huis van Oranje te wijten is, dat men het niet erkend heeft als het beste stuk proza uit het einde der achttiende eeuw; eenvoudig van voorstelling, streng en logies van bouw, klaar en doorzichtig als glas, zuiver van taal, een voortbrengsel van waarlik demokraties idealisme.’Ga naar eind21 Het was ook De Jong, die aan het pamflet als eerste de eretitel meegaf van ‘Demokratisch Manifest’.Ga naar eind22 Het pamflet heeft, hoewel anoniem verschenen, op de tijdgenoten in elk geval een grote indruk gemaakt; maar niet alleen dat: het heeft ongetwijfeld ook politiek effect gehad. De patriotten hadden in de jaren 1781 en volgende de wind in de zeilen. Ook het aanzien van Joan Derk steeg dienovereenkomstig. Hij streefde er naar, zowel stedelingen als boeren, zowel orthodoxen als dissenters en katholieken voor zijn beweging te winnen, door acht te slaan op hun grieven. In 1782 behaalde hij drie klinkende overwinningen. Amerika werd door de provincie Holland als staat erkend, en John Adams werd als gezant toegelaten. Capellen zelf verkreeg, door brede volkssteun, readmissie in de Overijselse Statenvergadering. En het gelukte hem, de gehate drostendiensten in | |
[pagina 25]
| |
zijn gewest afgeschaft te krijgen. Het Vivat Capellen was niet van de lucht, waar vroeger steeds Vivat Oranje had geklonken. Wat misschien van nog ingrijpender betekenis was: de door hem met kracht bepleite burgerbewapening begon op grote schaal veld te winnen. Naast de provincie Holland wonnen de patriotten aan invloed in Overijsel en de stad Utrecht, terwijl ook in tal van Gelderse steden de burgerij, met een beroep op tijdens de Plooierijen van het begin van de eeuw historisch verkregen rechten, zich begon te roeren. In Zutphen was neef Robert Jasper bijzonder actief, en van HoogwelGeboren Heer en Neef was hij weer, in de brieven van Joan Derk, ‘Amicissime’ geworden. Het hoogtepunt in Joan Derk's politieke loopbaan was het grote. Doelenfeest in Amsterdam, in april 1783. Maar Joan Derk werd niet verblind door de successen. In zijn laatste levensjaar zag hij de toekomst met ernstige bezorgdheid tegemoet. |