met je spreken... Ik maak me ongerust over je.
- Waarom?
- Je weet best wat ik bedoel.
Het bleek voor een deel de historie met Margreet te zijn, welke intusschen reeds geëindigd was. Voor een ander deel het feit dat zij dacht dat ik nog maar weinig uitvoerde. Dat mijn leven op niets uitloopen, verzanden zou, van kwaad tot erger gaan.
Ik heb haar toen gerustgesteld. Zeker niet geheel en al. Zij zegt dat ik een te slordig hart heb. Ik zou haar graag willen tegenspreken, maar hoe kan ik dat? Is 't niet juist om deze slordigheid te lijf te gaan, om dit slordig beheer te controleeren, dat ik hier zit te schrijven?
- Ik hoor altijd alleen maar verhalen over vrouwen en jou, zei Lucie, ik hoor zelden iets over je werk.
- Men zal het andere belangrijker vinden, veronderstelde ik.
- Flaùw!
Neen, heelemaal bevredigend was het gesprek niet. Wat Margreet betreft kon ik haar gemakkelijk geruststellen. Voor het overige was er veel juists in haar opmerkingen.
Ik hèb een slordig beheer over mijn hart gevoerd...