Uytbreyding over De Psalmen des propheten Davids
(1630)–Dirk Rafaelsz. Camphuysen– AuteursrechtvrijDen Cxxxiiij. Psalm.1 GHy die, den Heer’ ten dienst gewijdt, Ga naar margenoot+
Des nachts in sijnen huyse zijt
En houdt aldaer de heyl’ge wacht,
Welaen, stijgh op met uw’ gedacht.
| |
[pagina 371]
| |
2 Stort voor den Heer uws herten grondt
Met eerentrijcken zegen-mondt,
En heft, des lovens nimmer moe, Ga naar margenoot+
V heyl’ge handen na hem toe.
3 De stilheydt van de donck’re nacht
Geeft in de ziel een drift en kracht
Om met des geests inwendigh oogh
Te stijgen na het Godlijck hoogh.
4 Het zegen-woordt dat van u gaet Ga naar margenoot+
Keer we’er tot u met zegen-daet.
Hy zegen’ u van Sion aff,
Die aerd’ en Hemel wesen gaff.
|
|