Stichtelycke rymen, om te lesen ofte singhen
(1647)–Dirk Rafaelsz. Camphuysen– Auteursrechtvrij[ALwie Godsaliglijck na Christi Wil wil leven]Sang: Esprit qui fais mouvoir mes nerfs & mes arteres.
| |
[pagina 82]
| |
Toe-verlaet der rechtveerdigen
| |
[pagina 83]
| |
mensch, dan die eerst met hem lijd.
2.
Die lijd, ter-wijl hy lijd, lijckt hier voor 't oog onsalig;
Die hier onsalig is, heeft God niet tot sijn stut.
't Besluyt heeft waarheyds schijn, doch is onvast en dwalig:
Ga naar margenoot+Wie God recht-lievigh lieft, heeft alle ramp te nut.
3.
Al heeft de vrome mensch op Aerden alles tegen;
Al heeft de heel natuyr hem oorlog aen-geseyt;
Al scheyd het al van hem: Deurt hy maer op Gods wegen,
't En is gheen blijck dat oyt Gods Liefde van hem scheyd.
't Is waar, van dag tot dag (om weL-doens wil verschoven)
Sleept hy sijn dood; als 't schaap ter slacht-banck heen gebracht:
Ga naar margenoot+In alles even-wel komt hy noch staeg te boven
Door hem wiens liefd in 't hert stort over-winnens kracht.
Sijn kruys, daer roemt hy in: waer-om? hy weet dat Lijden
Geduld; Geduld Deugd-proef; Deugd-proef Heyls hope geeft.
Hy weet dat hy (met smaeck van Godes liefd' in 't strijden,
Bestort door Godes Geest) geen ijd'le hoop' en heeft.
Het licht-heen-gaende kruys, (soo machtigh is de Waarheyd)
Hoe-wel 't in 's Werelts oog als Ellends-teycken leyd,
Werckt in 't God-deugdig hert een over-sware Swaar-heyd
En eeuwig-durend' wicht van Heyl en Heerlijck-heyd.
|
|