Schriftuerlyke gesangen
(2014)–Dirk Rafaelsz. Camphuysen, Joachim Oudaen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 18]
| |
Stemme: Bewaar my God, want enz.
O Heer, maak hen, die hier uw Naam
In't openbaar
Beleeden hebben, voorts bekwaam,
En heilig haar:
Om u, met een volkomen hert,
Ter deugd gewend,
Te dienen, beid' in vreugd, en smert,
Tot aan het end.
2 Geef, dat, by 't water, 't geen voor 't oog
Van ider een
Hier is gebruikt, uit 't hoogste hoog
Vloei naar beneen
Het leevend water. 't geen uw Zoon
Heeft toegezeid:
Van u, die staan naar 's hemels kroon,
Zelf toebereid.
3 Dat geestlyk water, 't welk den grond
Van hun gemoed
Recht reinig' van der zonden wond;
't Geen groejen doet,
En bloejen, 't zaad van 't edel woord,
Van u gezaait;
| |
[pagina 19]
| |
Daar ider, die zulks vlytig hoort,
Ziel-vrucht van maait.
4 Zo zullen zy, en wy, met dank,
(O hoogste Heer!)
Verbreiden heel ons leven lang U lof, en eer;
En vrolyk zingen uwe deugd,
Vry van gekwyn,
Tot dat w' in Sion t'zaam, met vreugd,
Gekomen zijn.
|
|