Stichtelijcke rijmen(1660)–Dirk Rafaelsz. Camphuysen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Psalm CXXXIV. LOoft den Heere, gestelde Godts Dienaren, Om zijn goddelijck Huys 's nachts te bewaren; Die d'eerbiedige stilte van de nachten Nood't tot heylige woorden en gedachten; Nood't om heylige handen op te heffen, En een goddelijck eergedicht te treffen: Heft godtsdienstige handen op na boven, Godts Dienaren, en wilt den Heere loven: Zoo zal zegen op u, uyt Sions zalen, Van den Heere geduurigh neder dalen; Zulck een zegen, als oyt een mensche smaeckte Van den Heere, die Aerd' en Hemel maeckte. Vorige Volgende