Stichtelijcke rijmen(1660)–Dirk Rafaelsz. Camphuysen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Over de 3. laetste Vers. des CXXXVIII. Psalms. DE Heere zit wel hoogh, en boven al die leven Is zijnen Throon verheven: Nochtans zoo ziet hy laeg, en geeft de kleyne zegen, En staet de grootsche tegen. Wanneer ick om end' om van 't quaedt ben overrompelt, En diep daer in gedompelt: Wat quaedt kan 't quaedt my doen? wat lijden is my 't lijden: Als ghy we'er koomt verblijden, En maeckt mijns vyandts toorn, en zijn hoovaerdigh poogen Te niet en onvermogen? Ick weet, Heer, en vertrouw, dat ghy al mijn ellenden Uyt liefde noch zult enden. Ghy eeuwigh goede Godt, wilt doch uw werck niet staken, Maer tot den eynd vol-maken. Een Christen die ootmoedigh leeft, En in zijn kleynheydt vastheydt heeft, Treckt uyt zijn ootmoedt dubbel baet: [pagina 331] [p. 331] Want hy ontwaerdigh niet in 't quaedt, Maer acht het zijn rechtvaerdigh lot: Dat maeckt hier rust, na lust by Godt. Vorige Volgende
Auteursrechtvrij Auteursrechtvrij Auteursrechtvrij
Auteursrechtvrij
Auteursrechtvrij